Vector tabel

Automatisch ophogend veld toevoegen

Voegt een nieuw veld geheel getal toe aan een vectorlaag, met een opeenvolgende waarde voor elk object.

Dit veld kan worden gebruikt als unieke ID voor objecten op de laag. Het nieuwe attribuut wordt niet toegevoegd aan de invoerlaag, maar in plaats daarvan wordt een nieuwe laag gemaakt.

De initiële startwaarde voor de ophogende reeks kan worden gespecificeerd. Optioneel kan de ophogende reeks worden gebaseerd op het groeperen van velden en een sorteervolgorde voor de objecten kan ook worden gespecificeerd.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

De invoer vectorlaag.

Veldnaam

FIELD_NAME

[tekenreeks]

Standaard: ‘AUTO’

Naam van het veld met automatisch ophogende waarden

Begin waarden met

Optioneel

START

[getal]

Standaard: 0

Kies het initiële getal voor de telling van het ophogen

Waarden groeperen op

Optioneel

GROUP_FIELDS

[tabelveld: elk] [lijst]

Groeperen veld(en) selecteren: in plaats van één enkele doorgang voor het tellen van de gehele laag, wordt een afzonderlijke telling doorgevoerd voor elke teruggegeven waarde voor de combinatie van deze velden.

Sorteerexpressie

Optioneel

SORT_EXPRESSION

[expressie]

Gebruik een expressie om de objecten op de laag te sorteren, ofwel globaal of, indien ingesteld, gebaseerd op gegroepeerde velden.

Oplopend sorteren

SORT_ASCENDING

[Booleaanse waarde]

Standaard: True

Wanneer een sorteerexpressie is ingesteld, gebruik dan deze optie om de volgorde te beheren waarin objecten waarden toegewezen krijgen.

Eerst null sorteren

SORT_NULLS_FIRST

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Wanneer een sorteerexpressie is ingesteld, gebruik dan deze optie om in te stellen of waarden Null als eerste moeten worden geteld of als laatste.

Verhoogd

OUTPUT

[vector: elke]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer vectorlaag met het automatisch ophogend veld. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Verhoogd

OUTPUT

[vector: elke]

Vectorlaag met automatisch ophogend veld

Veld aan attributentabel toevoegen

Voegt een nieuw veld toe aan een vectorlaag.

De naam en karakteristieken van het attribuut worden gedefinieerd als parameters.

Het nieuwe attribuut wordt niet toegevoegd aan de invoerlaag, maar in plaats daarvan wordt een nieuwe laag gemaakt.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

De invoerlaag

Veldnaam

FIELD_NAME

[tekenreeks]

Naam voor het nieuwe veld

Veldtype

FIELD_TYPE

[enumeratie]

Standaard: 0

Type voor het nieuwe veld. U kunt kiezen uit:

  • 0 — Integer

  • 1 — Float

  • 2 — Tekenreeks

Veldlengte

FIELD_LENGTH

[getal]

Standaard: 10

Lengte van het veld

Precisie veld

FIELD_PRECISION

[getal]

Standaard: 0

Precisie van het veld. Nuttig met veldtype Float.

Toegevoegd

OUTPUT

[vector: elke]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificatie van de uitvoer vectorlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Toegevoegd

OUTPUT

[vector: elke]

Vectorlaag met nieuw toegevoegde veld

Unieke waarde indexveld toevoegen

Neemt een vectorlaag en een attribuut en voegt een nieuw numeriek veld toe.

Waarden in dit veld corresponderen met waarden in het gespecificeerde attribuut, dus objecten met dezelfde waarde voor het attribuut, zullen dezelfde waarde in het nieuwe numerieke veld hebben.

Dit maakt een numeriek equivalent van het gespecificeerde attribuut, wat dezelfde klassen definieert.

Het nieuwe attribuut wordt niet toegevoegd aan de invoerlaag, maar in plaats daarvan wordt een nieuwe laag gemaakt.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

De invoerlaag.

Veld Klasse

FIELD

[tabelveld: elk]

Objecten die dezelfde waarde voor dit veld hebben krijgen dezelfde index.

Uitvoer veldnaam

FIELD_NAME

[tekenreeks]

Standaard: ‘NUM_FIELD’

Naam van het nieuwe veld met de indexen.

Laag met indexveld

OUTPUT

[vector: elke]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Vectorlaag met numerieke veld met de indexen. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Overzicht klassen

SUMMARY_OUTPUT

[tabel]

Standaard: [Uitvoer overslaan]

Specificatie van de tabel met overzicht van het veld Klasse, gerelateerd aan de corresponderende unieke waarde. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Laag met indexveld

OUTPUT

[vector: elke]

Vectorlaag met numerieke veld met de indexen.

Overzicht klassen

SUMMARY_OUTPUT

[tabel]

Tabel met overzicht van het veld Klasse, gerelateerd aan de corresponderende unieke waarde.

Geavanceerde Python veldberekening

Voegt een nieuw attribuut toe aan een vectorlaag, met waarden die resulteren uit het toepassen van een expressie op elk object.

De expressie wordt gedefinieerd als een functie voor Python.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag

Naam resultaatveld

FIELD_NAME

[tekenreeks]

Standaard: ‘NewField’

Naam voor het nieuwe veld

Veldtype

FIELD_TYPE

[enumeratie]

Standaard: 0

Type voor het nieuwe veld. Één van:

  • 0 — Integer

  • 1 — Float

  • 2 — Tekenreeks

Veldlengte

FIELD_LENGTH

[getal]

Standaard: 10

Lengte van het veld

Precisie veld

FIELD_PRECISION

[getal]

Standaard: 3

Precisie van het veld. Nuttig met veldtype Float.

Globale expressie

Optioneel

GLOBAL

[tekenreeks]

De code in het gedeelte Globale expressie zal slechts één keer worden uitgevoerd, voordat veldberekening begint met het doorlopen van alle objecten van de invoerlaag. Daarom is dit de juiste plaats om de benodigde modules te importeren of variabelen te berekenen die zullen worden gebruikt in opvolgende berekeningen.

Formule

FORMULA

[tekenreeks]

De te evalueren formule voor Python. Bijvoorbeeld om het gebied te berekenen van een invoer polygoonlaag kunt u toevoegen:

value = $geom.area()

Berekend

OUTPUT

[vector: elke]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de vectorlaag met het nieuwe berekende veld. Één van:

  • Tijdelijke laag maken

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Berekend

OUTPUT

[vector: elke]

Vectorlaag met het nieuwe berekende veld

Veld(en) verwijderen

Neemt een vectorlaag en maakt een nieuwe die exact dezelfde objecten heeft, maar zonder de geselecteerde kolommen.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag waaruit veld(en) moeten worden verwijderd

Te verwijderen velden

COLUMN

[tabelveld: elk] [lijst]

De/Het te verwijderen veld(en)

Resterende velden

OUTPUT

[vector: elke]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Vectorlaag met de resterende velden. Één van:

  • Tijdelijke laag maken

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Resterende velden

OUTPUT

[vector: elke]

Vectorlaag met de resterende velden

Objectfilter (Alleen Grafische modellen bouwen)

Filtert objecten uit de invoerlaag en stuurt die door naar één of meerdere uitvoeren. Als u geen namen van attributen weet die gemeenschappelijk zijn voor alle mogelijke invoerlagen, is filteren alleen mogelijk op de geometrie van het object en algemene mechanismen voor records, zoals $id en uuid.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

De invoerlaag.

Uitvoeren en filters

(één of meer)

OUTPUT_<name of the filter>

[vector: elke]

De uitvoerlagen met filters (net zoveel als er filters zijn).

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Uitvoer

(één of meer)

native:filter_1:OUTPUT_<name of filter>

[vector: elke]

De uitvoerlagen met gefilterde objecten (net zoveel als er filters zijn).

Veldberekening

Opent Veldberekening (zie Expressies). U kunt alle ondersteunde expressies en functies gebruiken.

Een nieuwe laag wordt gemaakt met het resultaat van de expressie.

Veldberekening is bijzonder nuttig indien gebruikt met Grafische modellen bouwen.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Laag die moet worden berekend

Uitvoer veldnaam

FIELD_NAME

[tekenreeks]

De naam van het veld voor de resultaten:

Veldtype uitvoer

FIELD_TYPE

[enumeratie]

Standaard: 0

Type voor het veld. Één van:

  • 0 — Float

  • 1 — Integer (geheel getal)

  • 2 — Tekenreeks

  • 3 — Date (Datum)

Veldbreedte uitvoer

FIELD_LENGTH

[getal]

Standaard: 10

De lengte van het veld met de resultaten (minimum 0)

Precisie veld

FIELD_PRECISION

[getal]

Standaard: 3

De precisie van het veld met de resultaten (minimum 0, maximum 15)

Nieuw veld maken

NEW_FIELD

[Booleaanse waarde]

Standaard: True

Zou het veld met resultaten een nieuw veld moeten zijn

Formule

FORMULA

[expressie]

De te gebruiken formule om het resultaat te berekenen

Uitvoerbestand

OUTPUT

[vector: elke]

Standaard: [Opslaan naar tijdelijk bestand]

Specificatie van de uitvoerlaag.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Berekend

OUTPUT

[vector: elke]

Uitvoerlaag met de berekende veldwaarden

Bijgewerkte velden

Maakt het bewerken van de structuur van de attributentabel van een vectorlaag mogelijk.

Velden kunnen worden aangepast in hun type en naam, met in kaart gebrachte velden.

De originele laag wordt niet aangepast. Een nieuwe laag wordt gemaakt, die een aangepaste attributentabel bevat, overeenkomstig de opgegeven kaart voor de velden.

Bijgewerkte velden maakt het mogelijk:

  • Veldnamen en types te wijzigen

  • Velden toe te voegen en te verwijderen

  • Velden opnieuw te sorteren

  • Nieuwe velden te berekenen, gebaseerd op expressies

  • Lijst met velden te laden vanuit andere laag

../../../../_images/refactor_fields.png

Dialoogvenster Bijgewerkte velden

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

De aan te passen laag

Velden in kaart brengen

FIELDS_MAPPING

[lijst]

Lijst met uitvoervelden en hun definities. De ingebedde tabel vermeld alle velden van de bronlaag en stelt u in staat ze te bewerken:

  • Klik op newAttribute om een nieuw veld te maken.

  • Klik op deleteAttribute om een veld te verwijderen.

  • Gebruik arrowUp en arrowDown om de geselecteerde volgorde van velden te wijzigen.

  • Klik op clearText om terug te zetten naar de standaard weergave.

Voor elk van de velden die u opnieuw zou willen gebruiken, dient u de volgende opties in te vullen:

Bron expressie (expression) [expressie]

Veld of expressie uit de invoerlaag.

Veldnaam (name) [string]

Naam van het veld in de uitvoerlaag. Standaard wordt de naam van de invoerlaag behouden.

Type (type) [enumeratie]

Gegevenstype van het veld van de uitvoer. Één van:

  • Date (14)

  • DateTime (16)

  • Double (6)

  • Integer (2)

  • Integer64 (4)

  • String (10)

  • Boolean (1)

Lengte (length) [getal]

Lengte van het veld van de uitvoer.

Precisie (precision) [getal]

Precisie van het veld van de uitvoer.

Velden uit een andere laag kunnen worden geladen in de lijst met velden in Geladen velden uit laag.

Bijgewerkt

OUTPUT

[vector: elke]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificatie van de uitvoerlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Bijgewerkt

OUTPUT

[vector: elke]

Uitvoerlaag met bijgewerkte velden

Tekst naar float

Past het type van een opgegeven attribuut in een vectorlaag aan, converteert een tekstattribuut dat numerieke tekenreeksen bevat naar een numeriek attribuut (bijv. ‘1’ naar 1.0).

Het algoritme maakt een nieuwe vectorlaag dus die van de bron wordt niet aangepast

Als de conversie niet mogelijk is zal de geselecteerde kolom waarden NULL hebben.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

De invoer vectorlaag.

Tekstattribuut te converteren naar float

FIELD

[tabelveld: string]

Het veld met de tekenreeks voor de invoerlaag die moet worden geconverteerd naar een veld Float.

Float uit tekst

OUTPUT

[vector: elke]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificatie van de uitvoerlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Float uit tekst

OUTPUT

[vector: elke]

Uitvoer vectorlaag met veld met tekenreeks die is geconverteerd naar Float