Netwerkanalyse

Servicegebied (vanuit laag)

Geeft alle randen of delen van randen terug van een netwerk die kunnen worden bereikt binnen een afstand of een tijdsduur, beginnend vanaf een puntenlaag. Dit maakt het evalueren van de toegankelijkheid in een netwerk mogelijk, bijv. naar welke plaatsen kan ik navigeren in een netwerk van wegen zonder meer kosten te maken dan een opgegeven waarde (de kosten kunnen een afstand of een tijdsduur zijn).

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Vectorlaag die netwerk weergeeft

INPUT

[vector: lijn]

Lijnen vectorlaag die het betreffende netwerk weergeeft

Vectorlaag met beginpunten

START_POINTS

[vector: punt]

Punten vectorlaag waarvan de objecten worden gebruikt als beginpunten om de servicegebieden te maken

Te berekenen type pad

STRATEGY

[enumeratie]

Standaard: 0

Het te berekenen type pad. Één van:

  • 0 — Kortste

  • 1 — Snelste

Reiskosten (afstand voor “Kortste”, tijd voor “Snelste”

TRAVEL_COST

[getal]

Standaard: 0

De waarde wordt berekend als een afstand (in de eenheden van de netwerklaag) bij het zoeken naar het Kortste pad en als tijd (in seconden) voor het Snelste pad.

Veld Richting

Optioneel

DIRECTION_FIELD

[tabelveld: string]

Standaard: Geen

Het te gebruiken veld om de richtingen voor de randen van het netwerk te specificeren.

De in dit veld gebruikte waarden worden gespecificeerd met de drie parameters Waarde voor voorwaartse richting, Waarde voor achterwaartse richting en Waarde voor beide richtingen. Voorwaartse en achterwaartse richtingen corresponderen met een kant in één richting, “beide richtingen” geven een kant met twee richtingen aan. Als een object geen waarde in dit veld heeft, of als er geen veld is ingesteld, dan zal de instelling voor de standaard richting (verschaft met de parameter Standaard richting) worden gebruikt.

Waarde voor voorwaartse richting

Optioneel

VALUE_FORWARD

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met een voorwaartse richting te identificeren

Waarde voor achterwaartse richting

Optioneel

VALUE_BACKWARD

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met een achterwaartse richting te identificeren

Waarde voor beide richtingen

Optioneel

VALUE_BOTH

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met richting in beide kanten te identificeren

Standaard richting

Optioneel

DEFAULT_DIRECTION

[enumeratie]

Standaard: 2

Als een object geen waarde in het veld Richting heeft, of als er geen veld Richting is ingesteld, dan wordt deze waarde voor de richting gebruikt. Één van:

  • 0 — Voorwaartse richting

  • 1 — Achterwaartse richting

  • 2 — Beide richtingen

Veld Snelheid

Optioneel

SPEED_FIELD

[tabelveld: string]

Standaard: Geen

Veld dat de waarde voor de snelheid (in km/u) verschaft voor de kanten van het netwerk bij het zoeken naar het snelste pad.

Als een object geen waarde in dit veld heeft, of als er geen veld is ingesteld dan wordt de standaard instelling voor de snelheid (verschaft door de parameter Standaard snelheid) gebruikt.

Standaard snelheid (km/u)

Optioneel

DEFAULT_SPEED

[getal]

Standaard: 50

Te gebruiken waarde om de reistijd te berekenen als er geen snelheidsveld is opgegeven voor een kant.

Topologie tolerantie

Optioneel

TOLERANCE

[getal]

Standaard: 0

Twee lijnen met knopen, dichter bij elkaar dan de gespecificeerde tolerantie, worden als verbonden beschouwd

Inclusief punten boven-/ondergrens

INCLUDE_BOUNDS

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Maakt een uitvoer puntenlaag met twee punten voor elke rand aan de grenzen van het servicegebied. Één punt is het begin van die kant, het andere is het einde.

Servicegebied (lijnen)

OUTPUT_LINES

[vector: lijn]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer lijnlaag voor het servicegebied. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Servicegebied (grensknopen)

OUTPUT

[vector: punt]

Standaard: [Uitvoer overslaan]

Specificeer de uitvoer puntenlaag voor de grensknopen van het servicegebied. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Servicegebied (grensknopen)

OUTPUT

[vector: punt]

De uitvoer puntenlaag voor de grensknopen van het servicegebied.

Servicegebied (lijnen)

OUTPUT_LINES

[vector: lijn]

Lijnlaag die de delen van het netwerk weergeeft die, tegen de opgegeven kosten, kunnen worden bereikt vanuit de beginpunten.

Servicegebied (vanaf punt)

Geeft alle randen of delen van randen terug van een netwerk die kunnen worden bereikt binnen een opgegeven afstand of tijdsduur, beginnend vanaf een puntobject. Dit maakt evalueren van de toegankelijkheid in een netwerk mogelijk, bijv. naar welke plaatsen kan ik navigeren in een netwerk van wegen zonder meer kosten te maken dan een opgegeven waarde (de kosten kunnen een afstand of een tijdsduur zijn).

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Vectorlaag die netwerk weergeeft

INPUT

[vector: lijn]

Lijnen vectorlaag die het betreffende netwerk weergeeft

Beginpunt (x, y)

START_POINT

[coördinaten]

Coördinaat van het punt waar omheen het servicegebied moet worden berekend.

Te berekenen type pad

STRATEGY

[enumeratie]

Standaard: 0

Het te berekenen type pad. Één van:

  • 0 — Kortste

  • 1 — Snelste

Reiskosten (afstand voor “Kortste”, tijd voor “Snelste”

TRAVEL_COST

[getal]

Standaard: 0

De waarde wordt berekend als een afstand (in de eenheden van de netwerklaag) bij het zoeken naar het Kortste pad en als tijd (in seconden) voor het Snelste pad.

Veld Richting

Optioneel

DIRECTION_FIELD

[tabelveld: string]

Standaard: Geen

Het te gebruiken veld om de richtingen voor de randen van het netwerk te specificeren.

De in dit veld gebruikte waarden worden gespecificeerd met de drie parameters Waarde voor voorwaartse richting, Waarde voor achterwaartse richting en Waarde voor beide richtingen. Voorwaartse en achterwaartse richtingen corresponderen met een kant in één richting, “beide richtingen” geven een kant met twee richtingen aan. Als een object geen waarde in dit veld heeft, of als er geen veld is ingesteld, dan zal de instelling voor de standaard richting (verschaft met de parameter Standaard richting) worden gebruikt.

Waarde voor voorwaartse richting

Optioneel

VALUE_FORWARD

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met een voorwaartse richting te identificeren

Waarde voor achterwaartse richting

Optioneel

VALUE_BACKWARD

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met een achterwaartse richting te identificeren

Waarde voor beide richtingen

Optioneel

VALUE_BOTH

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met richting in beide kanten te identificeren

Standaard richting

Optioneel

DEFAULT_DIRECTION

[enumeratie]

Standaard: 2

Als een object geen waarde in het veld Richting heeft, of als er geen veld Richting is ingesteld, dan wordt deze waarde voor de richting gebruikt. Één van:

  • 0 — Voorwaartse richting

  • 1 — Achterwaartse richting

  • 2 — Beide richtingen

Veld Snelheid

Optioneel

SPEED_FIELD

[tabelveld: string]

Standaard: Geen

Veld dat de waarde voor de snelheid (in km/u) verschaft voor de kanten van het netwerk bij het zoeken naar het snelste pad.

Als een object geen waarde in dit veld heeft, of als er geen veld is ingesteld dan wordt de standaard instelling voor de snelheid (verschaft door de parameter Standaard snelheid) gebruikt.

Standaard snelheid (km/u)

Optioneel

DEFAULT_SPEED

[getal]

Standaard: 50

Te gebruiken waarde om de reistijd te berekenen als er geen snelheidsveld is opgegeven voor een kant.

Topologie tolerantie

Optioneel

TOLERANCE

[getal]

Standaard: 0

Twee lijnen met knopen, dichter bij elkaar dan de gespecificeerde tolerantie, worden als verbonden beschouwd

Inclusief punten boven-/ondergrens

INCLUDE_BOUNDS

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Maakt een uitvoer puntenlaag met twee punten voor elke rand aan de grenzen van het servicegebied. Één punt is het begin van die kant, het andere is het einde.

Servicegebied (lijnen)

OUTPUT_LINES

[vector: lijn]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer lijnlaag voor het servicegebied. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Servicegebied (grensknopen)

OUTPUT

[vector: punt]

Standaard: [Uitvoer overslaan]

Specificeer de uitvoer puntenlaag voor de grensknopen van het servicegebied. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Servicegebied (grensknopen)

OUTPUT

[vector: punt]

De uitvoer puntenlaag voor de grensknopen van het servicegebied.

Servicegebied (lijnen)

OUTPUT_LINES

[vector: lijn]

Lijnlaag die de delen van het netwerk weergeeft die, tegen de opgegeven kosten, kunnen worden bereikt vanuit het beginpunt.

Kortste pad (laag naar punt)

Berekent de optimale (kortste of snelste) route vanuit meerdere startpunten die worden gedefinieerd door een vectorlaag en een opgegeven eindpunt.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Vectorlaag die netwerk weergeeft

INPUT

[vector: lijn]

Lijnen vectorlaag die het betreffende netwerk weergeeft

Te berekenen type pad

STRATEGY

[enumeratie]

Standaard: 0

Het te berekenen type pad. Één van:

  • 0 — Kortste

  • 1 — Snelste

Vectorlaag met beginpunten

START_POINTS

[vector: punt]

Punten vectorlaag waarvan de objecten worden gebruikt als beginpunten van de routes

Eindpunt (x, y)

END_POINT

[coördinaten]

Object punt dat het eindpunt van de routes weergeeft

Veld Richting

Optioneel

DIRECTION_FIELD

[tabelveld: string]

Standaard: Geen

Het te gebruiken veld om de richtingen voor de randen van het netwerk te specificeren.

De in dit veld gebruikte waarden worden gespecificeerd met de drie parameters Waarde voor voorwaartse richting, Waarde voor achterwaartse richting en Waarde voor beide richtingen. Voorwaartse en achterwaartse richtingen corresponderen met een kant in één richting, “beide richtingen” geven een kant met twee richtingen aan. Als een object geen waarde in dit veld heeft, of als er geen veld is ingesteld, dan zal de instelling voor de standaard richting (verschaft met de parameter Standaard richting) worden gebruikt.

Waarde voor voorwaartse richting

Optioneel

VALUE_FORWARD

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met een voorwaartse richting te identificeren

Waarde voor achterwaartse richting

Optioneel

VALUE_BACKWARD

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met een achterwaartse richting te identificeren

Waarde voor beide richtingen

Optioneel

VALUE_BOTH

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met richting in beide kanten te identificeren

Standaard richting

Optioneel

DEFAULT_DIRECTION

[enumeratie]

Standaard: 2

Als een object geen waarde in het veld Richting heeft, of als er geen veld Richting is ingesteld, dan wordt deze waarde voor de richting gebruikt. Één van:

  • 0 — Voorwaartse richting

  • 1 — Achterwaartse richting

  • 2 — Beide richtingen

Veld Snelheid

Optioneel

SPEED_FIELD

[tabelveld: string]

Standaard: Geen

Veld dat de waarde voor de snelheid (in km/u) verschaft voor de kanten van het netwerk bij het zoeken naar het snelste pad.

Als een object geen waarde in dit veld heeft, of als er geen veld is ingesteld dan wordt de standaard instelling voor de snelheid (verschaft door de parameter Standaard snelheid) gebruikt.

Standaard snelheid (km/u)

Optioneel

DEFAULT_SPEED

[getal]

Standaard: 50

Te gebruiken waarde om de reistijd te berekenen als er geen snelheidsveld is opgegeven voor een kant.

Topologie tolerantie

Optioneel

TOLERANCE

[getal]

Standaard: 0

Twee lijnen met knopen, dichter bij elkaar dan de gespecificeerde tolerantie, worden als verbonden beschouwd

Kortste pad

OUTPUT

[vector: lijn]

Specificeer de uitvoer lijnlaag voor de kortste paden. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Kortste pad

OUTPUT

[vector: lijn]

Lijnlaag van het kortste of snelste pad vanuit elk van de beginpunten tot het eindpunt.

Kortste pad (punt naar laag)

Berekent de optimale (kortste of snelste) routes tussen een opgegeven startpunt en meerdere eindpunten, die worden gedefinieerd door een punten vectorlaag.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Vectorlaag die netwerk weergeeft

INPUT

[vector: lijn]

Lijnen vectorlaag die het betreffende netwerk weergeeft

Te berekenen type pad

STRATEGY

[enumeratie]

Standaard: 0

Het te berekenen type pad. Één van:

  • 0 — Kortste

  • 1 — Snelste

Beginpunt (x, y)

START_POINT

[coördinaten]

Object punt dat het beginpunt van de routes weergeeft

Vectorlaag met eindpunten

END_POINTS

[vector: punt]

Punten vectorlaag waarvan de objecten worden gebruikt als eindpunten van de routes

Veld Richting

Optioneel

DIRECTION_FIELD

[tabelveld: string]

Standaard: Geen

Het te gebruiken veld om de richtingen voor de randen van het netwerk te specificeren.

De in dit veld gebruikte waarden worden gespecificeerd met de drie parameters Waarde voor voorwaartse richting, Waarde voor achterwaartse richting en Waarde voor beide richtingen. Voorwaartse en achterwaartse richtingen corresponderen met een kant in één richting, “beide richtingen” geven een kant met twee richtingen aan. Als een object geen waarde in dit veld heeft, of als er geen veld is ingesteld, dan zal de instelling voor de standaard richting (verschaft met de parameter Standaard richting) worden gebruikt.

Waarde voor voorwaartse richting

Optioneel

VALUE_FORWARD

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met een voorwaartse richting te identificeren

Waarde voor achterwaartse richting

Optioneel

VALUE_BACKWARD

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met een achterwaartse richting te identificeren

Waarde voor beide richtingen

Optioneel

VALUE_BOTH

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met richting in beide kanten te identificeren

Standaard richting

Optioneel

DEFAULT_DIRECTION

[enumeratie]

Standaard: 2

Als een object geen waarde in het veld Richting heeft, of als er geen veld Richting is ingesteld, dan wordt deze waarde voor de richting gebruikt. Één van:

  • 0 — Voorwaartse richting

  • 1 — Achterwaartse richting

  • 2 — Beide richtingen

Veld Snelheid

Optioneel

SPEED_FIELD

[tabelveld: string]

Standaard: Geen

Veld dat de waarde voor de snelheid (in km/u) verschaft voor de kanten van het netwerk bij het zoeken naar het snelste pad.

Als een object geen waarde in dit veld heeft, of als er geen veld is ingesteld dan wordt de standaard instelling voor de snelheid (verschaft door de parameter Standaard snelheid) gebruikt.

Standaard snelheid (km/u)

Optioneel

DEFAULT_SPEED

[getal]

Standaard: 50

Te gebruiken waarde om de reistijd te berekenen als er geen snelheidsveld is opgegeven voor een kant.

Topologie tolerantie

Optioneel

TOLERANCE

[getal]

Standaard: 0

Twee lijnen met knopen, dichter bij elkaar dan de gespecificeerde tolerantie, worden als verbonden beschouwd

Kortste pad

OUTPUT

[vector: lijn]

Specificeer de uitvoer lijnlaag voor de kortste paden. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Kortste pad

OUTPUT

[vector: lijn]

Lijnlaag van het kortste of snelste pad vanuit elk van de beginpunten tot het eindpunt.

Kortste pad (punt naar punt)

Berekent de optimale (kortste of snelste) route tussen een opgegeven startpunt en een opgegeven eindpunt.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Vectorlaag die netwerk weergeeft

INPUT

[vector: lijn]

Lijnen vectorlaag die het betreffende netwerk weergeeft

Te berekenen type pad

STRATEGY

[enumeratie]

Standaard: 0

Het te berekenen type pad. Één van:

  • 0 — Kortste

  • 1 — Snelste

Beginpunt (x, y)

START_POINT

[coördinaten]

Object punt dat het beginpunt van de routes weergeeft

Eindpunt (x, y)

END_POINT

[coördinaten]

Object punt dat het eindpunt van de routes weergeeft

Veld Richting

Optioneel

DIRECTION_FIELD

[tabelveld: string]

Standaard: Geen

Het te gebruiken veld om de richtingen voor de randen van het netwerk te specificeren.

De in dit veld gebruikte waarden worden gespecificeerd met de drie parameters Waarde voor voorwaartse richting, Waarde voor achterwaartse richting en Waarde voor beide richtingen. Voorwaartse en achterwaartse richtingen corresponderen met een kant in één richting, “beide richtingen” geven een kant met twee richtingen aan. Als een object geen waarde in dit veld heeft, of als er geen veld is ingesteld, dan zal de instelling voor de standaard richting (verschaft met de parameter Standaard richting) worden gebruikt.

Waarde voor voorwaartse richting

Optioneel

VALUE_FORWARD

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met een voorwaartse richting te identificeren

Waarde voor achterwaartse richting

Optioneel

VALUE_BACKWARD

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met een achterwaartse richting te identificeren

Waarde voor beide richtingen

Optioneel

VALUE_BOTH

[tekenreeks]

Standaard: ‘’ (lege tekenreeks)

Ingestelde waarde in het veld Richting om kanten met richting in beide kanten te identificeren

Standaard richting

Optioneel

DEFAULT_DIRECTION

[enumeratie]

Standaard: 2

Als een object geen waarde in het veld Richting heeft, of als er geen veld Richting is ingesteld, dan wordt deze waarde voor de richting gebruikt. Één van:

  • 0 — Voorwaartse richting

  • 1 — Achterwaartse richting

  • 2 — Beide richtingen

Veld Snelheid

Optioneel

SPEED_FIELD

[tabelveld: string]

Standaard: Geen

Veld dat de waarde voor de snelheid (in km/u) verschaft voor de kanten van het netwerk bij het zoeken naar het snelste pad.

Als een object geen waarde in dit veld heeft, of als er geen veld is ingesteld dan wordt de standaard instelling voor de snelheid (verschaft door de parameter Standaard snelheid) gebruikt.

Standaard snelheid (km/u)

Optioneel

DEFAULT_SPEED

[getal]

Standaard: 50

Te gebruiken waarde om de reistijd te berekenen als er geen snelheidsveld is opgegeven voor een kant.

Topologie tolerantie

Optioneel

TOLERANCE

[getal]

Standaard: 0

Twee lijnen met knopen, dichter bij elkaar dan de gespecificeerde tolerantie, worden als verbonden beschouwd

Kortste pad

OUTPUT

[vector: lijn]

Specificeer de uitvoer lijnlaag voor de kortste paden. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan naar bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor PostGIS

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Kortste pad

OUTPUT

[vector: lijn]

Lijnlaag van het kortste of snelste pad vanuit elk van de beginpunten tot het eindpunt