Vector-analyse

Basisstatistieken voor velden

Maakt basisstatistieken voor een veld van de attributentabel van een vectorlaag.

Velden numeriek, date, time en string worden ondersteund.

De teruggegeven statistieken zijn afhankelijk van het type veld.

Statistieken worden als een HTML-bestand gemaakt en zijn beschikbaar in Processing ‣ Resultaten bekijken.

Standaard menu: Vector ‣ Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoer vector

INPUT_LAYER

[vector: elke]

Vectorlaag waarvoor de statistieken moeten worden berekend

Veld waarop statistieken moeten worden berekend

FIELD_NAME

[tabelveld: elk]

Elk ondersteund tabelveld om de statistieken voor te berekenen

Statistieken

OUTPUT_HTML_FILE

[bestand]

HTML-bestand voor de berekende statistieken

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Statistieken

OUTPUT_HTML_FILE

[bestand]

HTML-bestand met de berekende statistieken

Aantal

COUNT

[getal]

Aantal unieke waarden

UNIQUE

[getal]

Aantal lege (null) waarden

EMPTY

[getal]

Aantal niet-lege waarden

FILLED

[getal]

Minimum waarde

MIN

[getal]

Maximum waarde

MAX

[getal]

Minimum lengte

MIN_LENGTH

[getal]

Maximum lengte

MAX_LENGTH

[getal]

Gemiddelde lengte

MEAN_LENGTH

[getal]

Coëfficiënt van variatie

CV

[getal]

Som

SUM

[getal]

Gemiddelde waarde

MEAN

[getal]

Standaard afwijking

STD_DEV

[getal]

Bereik

RANGE

[getal]

Mediaan

MEDIAN

[getal]

Minderheid (minst voorkomende waarde)

MINORITY

[getal]

Meerderheid (meest frequent voorkomende waarde)

MAJORITY

[getal]

Eerste kwartiel

FIRSTQUARTILE

[getal]

Derde kwartiel

THIRDQUARTILE

[getal]

Interkwartiel bereik (IQR)

IQR

[getal]

Punten in polygonen tellen

Neemt een punt- en polygoonlaag en telt het aantal punten uit de eerste in elke polygoon van de tweede.

Een nieuwe polygoonlaag wordt gemaakt, met exact dezelfde inhoud als de invoer polygoonlaag, maar die een aanvullend veld bevat met de telling van de punten die corresponderen met elke polygoon.

../../../../_images/count_points_polygon.png

De labels identificeren de telling van de punten


Een optioneel veld voor weging kan worden gebruikt om gewicht toe te kennen aan elk punt. Als alternatief kan een uniek klasseveld gespecificeerd worden. Als beide opties worden gebruikt zal het veld voor weging voorrang hebben en zal het unieke klasseveld worden genegeerd.

Standaard menu: Vector ‣ Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Polygonen

POLYGONS

[vector: polygoon]

Polygoonlaag waarvan de objecten zijn geassocieerd met de telling van de punten die zij bevatten

Punten

POINTS

[vector: punt]

Puntlaag waarvan de objecten moeten worden geteld

Veld Gewicht

Optioneel

WEIGHT

[tabelveld: elk]

Een veld uit de puntenlaag. De verrichte telling zal de som zijn van het veld Gewicht van de punten die zijn opgenomen in de polygoon. Als het veld Gewicht niet numeriek is, zal de telling 0 zijn.

Veld Klasse

Optioneel

CLASSFIELD

[tabelveld: elk]

Punten worden geclassificeerd gebaseerd op het geselecteerde attribuut en indien er verscheidene punten met dezelfde waarde voor het attribuut binnen de polygoon liggen, wordt er slechts één geteld. De uiteindelijke telling van de punten in een polygoon is daarom het aantal verschillende klassen dat daarin wordt aangetroffen.

Naam veld voor telling

FIELD

[tekenreeks]

Standaard: ‘NUMPOINTS’

De naam van het veld om de telling van de punten in op te slaan

Aantal

OUTPUT

[vector: polygoon]

Specificatie van de uitvoerlaag

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Aantal

OUTPUT

[vector: polygoon]

Resulterende laag met de attributentabel die de nieuwe kolom voor het tellen van de punten bevat

DBSCAN clusteren

Clustert puntobjecten, gebaseerd op een 2D-implementatie van het algoritme Density-based spatial clustering of applications with noise (DBSCAN).

Het algoritme vereist twee parameters, een minimum grootte voor de cluster, en de maximale toegestane afstand tussen de geclusterde punten.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: punt]

Laag om te analyseren

Minimale grootte clusters

MIN_SIZE

[getal]

Standaard: 5

Minimale aantal objecten om een cluster te maken

Maximale afstand tussen punten van de cluster

EPS

[getal]

Standaard: 1.0

Afstand waarboven twee objecten niet kunnen behoren tot dezelfde cluster (eps)

Naam veld voor cluster

FIELD_NAME

[tekenreeks]

Standaard: ‘CLUSTER_ID’

Naam van het veld waar het geassocieerde nummer van de cluster moet worden opgeslagen

Randpunten als vervuiling beschouwen (DBSCAN*)

Optioneel

DBSCAN*

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Indien geselecteerd worden punten op de rand van een cluster op zichzelf beschouwd als niet geclusterde punten, en alleen punten binnen een cluster worden getagd als geclusterd.

Clusters

OUTPUT

[vector: punt]

Vectorlaag voor het resultaat van het clusteren

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Clusters

OUTPUT

[vector: punt]

Vectorlaag die de originele objecten bevat met een veld die de cluster instelt waartoe zij behoren

Aantal clusters

NUM_CLUSTERS

[getal]

Aantal ontdekte clusters

Afstandsmatrix

Berekent voor puntobjecten afstanden tot hun dichtstbijzijnde objecten op dezelfde laag of op een andere laag.

Standaard menu: Vector ‣ Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoer puntenlaag

INPUT

[vector: punt]

Puntlaag waarvoor de afstandsmatrix wordt berekend (punten vanaf)

Invoer unieke ID-veld

INPUT_FIELD

[tabelveld: elk]

Te gebruiken veld om objecten van de invoerlaag uniek te kunnen identificeren. Gebruikt in de attributentabel voor de uitvoer.

Doel-puntenlaag

TARGET

[vector: punt]

Puntenlaag die de gezochte dichtstbijzijnde punt(en) bevat (punten tot)

Doel unieke ID-veld

TARGET_FIELD

[tabelveld: elk]

Te gebruiken veld om objecten van de doellaag uniek te kunnen identificeren. Gebruikt in de attributentabel voor de uitvoer.

Uitvoer matrixtype

MATRIX_TYPE

[enumeratie]

Standaard: 0

Verschillende typen berekening zijn beschikbaar:

  • 0 — Lineaire (N * k x 3) afstandsmatrix: rapporteert voor elk invoerpunt de afstand tot elk van de k dichtst bij gelegen doelpunten. De matrix voor de uitvoer bestaat uit maximaal k rijen per invoerpunt, en elke rij heeft drie kolommen: InputID, TargetID en Distance.

  • 1 — Standaard (N x T) afstandsmatrix

  • 2 — Samenvatting afstandsmatrix (gemiddelde, std. afw., min, max): rapporteert voor elk invoerpunt statistieken over de afstanden tot zijn doelpunten.

Alleen dichtstbijzijnde (k) doelpunten gebruiken

NEAREST_POINTS

[getal]

Standaard: 0

U kunt er voor kiezen om de afstanden tot alle punten in de doellaag te berekenen (0) of te beperken tot een aantal (k) dichtstbijzijnde objecten.

Afstandsmatrix

OUTPUT

[vector: punt]

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Afstandsmatrix

OUTPUT

[vector: punt]

Punt (of MultiPunt in het geval van de “Lineaire (N * k x 3)”) vectorlaag die de berekening van de afstand bevat voor elk object van de invoer. De objecten en attributentabel ervan zijn afhankelijk van het geselecteerde matrixtype voor de uitvoer.

Afstand tot dichtstbijzijnde naaf (lijn naar naaf)

Maakt lijnen die elk object van een invoer vector verbinden met het dichtstbijzijnde object in een doellaag. Afstanden worden berekend op basis van het midden van elk object.

../../../../_images/distance_hub.png

Geef de dichtstbijzijnde naaf weer voor de rode objecten voor invoer

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Bron puntenlaag

INPUT

[vector: elke]

Vectorlaag waarvoor het dichtstbijzijnde object wordt gezocht

Doel navenlaag

HUBS

[vector: elke]

Vectorlaag die de objecten bevat waarnaar gezocht moet worden

Naaflaag naam attribuut

FIELD

[tabelveld: elk]

Te gebruiken veld om objecten van de doellaag uniek te kunnen identificeren. Gebruikt in de attributentabel voor de uitvoer

Maateenheid

UNIT

[enumeratie]

Standaard: 0

Eenheden waarin de afstand tot het dichtstbijzijnde object moet worden gerapporteerd:

  • 0 — Meters

  • 1 — Voet

  • 2 — Mijlen

  • 3 — Kilometers

  • 4 — Laag-eenheden

Afstand tot hub

OUTPUT

[vector: lijn]

Lijn vectorlaag voor de uitvoer van de afstandsmatrix

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Afstand tot hub

OUTPUT

[vector: lijn]

Lijn vectorlaag met de attributen van de objecten voor de invoer, de identificatie voor hun dichtstbijzijnde object en de berekende afstand.

Afstand tot dichtstbijzijnde naaf (punten)

Maakt een puntlaag die het midden van de invoerobjecten weergeeft, met als aanvulling twee velden die de identificatie bevatten van het dichtstbijzijnde object (gebaseerd op zijn middelpunt) en de afstand tussen de punten.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Bron puntenlaag

INPUT

[vector: elke]

Vectorlaag waarvoor het dichtstbijzijnde object wordt gezocht

Doel navenlaag

HUBS

[vector: elke]

Vectorlaag die de objecten bevat waarnaar gezocht moet worden

Naaflaag naam attribuut

FIELD

[tabelveld: elk]

Te gebruiken veld om objecten van de doellaag uniek te kunnen identificeren. Gebruikt in de attributentabel voor de uitvoer

Maateenheid

UNIT

[enumeratie]

Standaard: 0

Eenheden waarin de afstand tot het dichtstbijzijnde object moet worden gerapporteerd:

  • 0 — Meters

  • 1 — Voet

  • 2 — Mijlen

  • 3 — Kilometers

  • 4 — Laag-eenheden

Afstand tot hub

OUTPUT

[vector: punt]

Punt vectorlaag voor de uitvoer van de afstandsmatrix.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Afstand tot hub

OUTPUT

[vector: punt]

Punt vectorlaag met de attributen van de objecten voor de invoer, de identificatie voor hun dichtstbijzijnde object en de berekende afstand.

Samenvoegen op lijnen (naaflijnen)

Maakt diagrammen spaak en naaf door lijnen te verbinden vanuit punten op de laag met spaken met overeenkomende punten op de naaflaag.

Het bepalen van welke naaf naar elk punt gaat is gebaseerd op een overeenkomst in het Naaf ID-veld van de naafpunten en het Spaak ID-veld van de spaakpunten.

Als invoerlagen geen puntlagen zijn wordt een punt op de oppervlakte van de geometrieën genomen als de locatie om te verbinden.

../../../../_images/join_lines.png

Samenvoegen op lijnen (naaflijnen)

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Naaf puntlaag

HUBS

[vector: elke]

Invoerlaag

Naaf ID-veld

HUB_FIELD

[tabelveld: elk]

Veld van de naaflaag met samen te voegen ID

Velden van naaflaag om te kopiëren (laat leeg om alle velden te kopiëren)

Optioneel

HUB_FIELDS

[tabelveld: elk] [lijst]

De veld(en) van de spaaklaag om te kopiëren. Indien geen veld(en) wordt/worden gekozen worden alle velden genomen.

Spaak puntlaag

SPOKES

[vector: elke]

Aanvullende spaak puntlaag

Spaak ID-veld

SPOKE_FIELD

[tabelveld: elk]

Veld van de spaaklaag met samen te voegen ID

Velden van spaaklaag om te kopiëren (laat leeg om alle velden te kopiëren)

Optioneel

SPOKE_FIELDS

[tabelveld: elk] [lijst]

Veld(en) van de spaaklaag om te kopiëren. Indien geen velden worden gekozen worden alle velden behouden.

Naaflijnen

OUTPUT

[vector: lijnen]

De resulterende lijnlaag

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Naaflijnen

OUTPUT

[vector: lijnen]

De resulterende lijnlaag

Clusteren K-gemiddelde

Berekent het op 2D-afstand gebaseerde K-gemiddelde nummer voor de cluster voor elk invoerobject.

Clusteren op K-gemiddelde heeft tot doel de objecten op te delen in K clusters, waarin elk object behoort tot de cluster met het dichtstbij gelegen gemiddelde. Het gemiddelde punt wordt weergegeven door het massamiddelpunt van de geclusterde objecten.

Als invoergeometrieën lijnen of polygonen zijn, wordt het clusteren gebaseerd op het zwaartepunt van het object.

../../../../_images/kmeans.png

Een vijf klassen punt clusters

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Laag om te analyseren

Aantal clusters

CLUSTERS

[getal]

Standaard: 5

Aantal te maken clusters met de objecten

Naam veld voor cluster

FIELD_NAME

[tekenreeks]

Standaard: ‘CLUSTER_ID’

Naam van het veld met clusternummer

Clusters

OUTPUT

[vector: elke]

Vectorlaag voor gemaakte clusters

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Clusters

OUTPUT

[vector: elke]

Vectorlaag die de originele objecten bevat met een veld dat specificeert tot welke cluster zij behoren

Lijst unieke waarden

Vermeldt unieke waarden van een veld in een attributentabel en telt hun aantal.

Standaard menu: Vector ‣ Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Laag om te analyseren

Doelveld(en)

FIELDS

[tabelveld: elk]

Veld om te analyseren

Unieke waarden

OUTPUT

[tabel]

Overzicht tabellaag met unieke waarden

HTMLrapport

OUTPUT_HTML_FILE

[html]

HTMLrapport van unieke waarden in Processing ‣ Resultaten bekijken.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Unieke waarden

OUTPUT

[tabel]

Overzicht tabellaag met unieke waarden

HTMLrapport

OUTPUT_HTML_FILE

[html]

HTMLrapport van unieke waarden. Kan worden geopend in Processing ‣ Resultaten bekijken.

Totaal unieke waarden

TOTAL_VALUES

[getal]

Het aantal unieke waarden in het invoerveld

UNIQUE_VALUES

Unieke waarden

[tekenreeks]

Een tekenreeks met de kommagescheiden lijst van unieke waarden, gevonden in het invoerveld

Gemiddelde coördina(a)t(en)

Berekent een puntlaag met het massamiddelpunt van de geometrieën op de invoerlaag.

Een attribuut kan worden gespecificeerd om het gewicht te bevatten dat aan elk object moet worden toegekend bij het berekenen van het massacentrum.

Als een attribuut is geselecteerd in de parameter, zullen objecten worden gegroepeerd overeenkomstig de waarden in dit veld. In plaats van één enkel punt met het massacentrum van de gehele laag, zal de uitvoerlaag een massacentrum bevatten van de objecten voor elke categorie.

Standaard menu: Vector ‣ Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag

Veld Gewicht

Optioneel

WEIGHT

[tabelveld: numeriek]

Te gebruiken veld als u een gewogen gemiddelde wilt uitvoeren

Uniek ID-veld

UID

[tabelveld: numeriek]

Uniek veld waarop het berekenen van het gemiddelde zal worden uitgevoerd

Gemiddelde coördinaten

OUTPUT

[vector: punt]

De (punt vector)laag voor het resultaat

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Gemiddelde coördinaten

OUTPUT

[vector: punt]

Resulterende punt(en)laag

‘Dichtstbijzijnde buur’-analyse

Voert een analyse ‘Dichtstbijzijnde buur’ uit op een puntlaag.

Uitvoer wordt gemaakt als een HTML-bestand met de berekende statistische waarden:

  • Aangetroffen gemiddelde afstand

  • Verwachtte gemiddelde afstand

  • ‘Nearest neighbour’-index

  • Aantal punten

  • Z-score

Standaard menu: Vector ‣ Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: punt]

Punt vectorlaag waarvoor de statistieken moeten worden berekend

Dichtstbijzijnde buur

OUTPUT_HTML_FILE

[html]

HTML-bestand voor de berekende statistieken

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Dichtstbijzijnde buur

OUTPUT_HTML_FILE

[html]

HTML-bestand met de berekende statistieken

Aangetroffen gemiddelde afstand

OBSERVED_MD

[getal]

Aangetroffen gemiddelde afstand

Verwachtte gemiddelde afstand

EXPECTED_MD

[getal]

Verwachtte gemiddelde afstand

‘Nearest neighbour’-index

NN_INDEX

[getal]

‘Nearest neighbour’-index

Aantal punten

POINT_COUNT

[getal]

Aantal punten

Z-score

Z_SCORE

[getal]

Z-score

Statistieken op categorieën

Berekent statistieken van velden, afhankelijk van een ouderklasse.

Voor numerieke velden wordt een tabellaag met de volgende statistieken uitgevoerd:

  • aantal

  • uniek

  • min

  • max

  • bereik

  • som

  • gemiddelde

  • mediaan

  • std. afw.

  • minderheid

  • meerderheid

  • kw1

  • kw3

  • iqr

Voor velden met tekenreeksen zullen de volgende statistieken worden berekend:

  • aantal

  • uniek

  • leeg

  • gevuld

  • min

  • max

  • min_lengte

  • max_lengte

  • gemiddelde_lengte

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoer vectorlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag met unieke klassen en waarden

Veld waarop statistieken moeten worden berekend (indien leeg wordt alleen aantal berekend)

Optioneel

VALUES_FIELD_NAME

[tabelveld: elk]

Indien leeg zal alleen het aantal worden berekend

Veld(en) met categorieën

CATEGORIES_FIELD_NAME

[vector: elke] [lijst]

De velden die (gecombineerd) de categorieën definiëren

Statistieken op categorie

OUTPUT

[tabel]

Tabel voor de gemaakte statistieken

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Statistieken op categorie

OUTPUT

[tabel]

Tabel die de statistieken bevat

Lijnlengtes sommeren

Neemt een polygoonlaag en een lijnlaag en meet de totale lengte van de lijnen en het totale aantal daarvan dat elke polygoon kruist.

De resulterende laag heeft dezelfde objecten als de invoer polygoonlaag, maar met twee aanvullende attributen die de lengte van en het aantal lijnen bevatten voor elke polygoon.

De namen voor deze twee velden kunnen worden geconfigureerd in de parameters van het algoritme.

Standaard menu: Vector ‣ Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Lijnen

LINES

[vector: lijn]

Invoer lijn vectorlaag

Polygonen

POLYGONS

[vector: polygoon]

Polygoon vectorlaag

Veldnaam voor lengte lijnen

LEN_FIELD

[tekenreeks]

Standaard: ‘LENGTH’

Naam van het veld voor de lengten van de lijnen

Veldnaam voor aantal lijnen

COUNT_FIELD

[tekenreeks]

Standaard: ‘COUNT’

Naam van het veld voor de telling van de lijnen

Lijn lengte

OUTPUT

[vector: polygoon]

De uitvoer polygoon vectorlaag

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Lijn lengte

OUTPUT

[vector: polygoon]

Polygoon uitvoerlaag met velden voor lengten van lijnen en aantal lijnen