18.3. Het framework Processing instellen¶
Het eerste om te doen, vóór het framework Processing te kunnen gebruiken, is om het te configureren. Er is niet veel in te stellen, dus dit is een eenvoudige taak.
Later zullen we laten zien hoe de externe toepassingen te configureren die worden gebruikt om de lijst met beschikbare algoritmen uit te breiden, maar voor nu gaan we alleen met het framework zelf werken.
Het framework Processing is een bronplug-in voor QGIS, wat betekent dat, het al op uw systeem geïnstalleerd zou moeten zijn, omdat het is opgenomen in QGIS. In het geval dat het actief is zou u een menu, genaamd Processing, in uw menubalk moeten zien. Daar kunt u toegang krijgen tot alle componenten van het framework.
Als u dat menu niet kunt vinden, dient u de plug-in in te schakelen door te gaan naar Beheer en installeer plug-ins en het te activeren.
Het belangrijkste element waarmee we zullen gaan werken is de Toolbox. Klik op het overeenkomende item van het menu en u zult de vastgezette Toolbox zien aan de rechterkant van het venster van QGIS.
De Toolbox bevat een lijst van alle beschikbare algoritmes, opgedeeld in groepen, zogenaamde Providers. Providers kunnen worden ge(de)activeerd in het
. We zullen dat dialoogvenster later in deze handleiding bespreken.Standaard zijn alleen providers die niet afhankelijk zijn van toepassingen van derde partijen (dat is, die welke alleen elementen van QGIS nodig hebben om te worden uitgevoerd) actief. Algoritmen die externe toepassingen nodig hebben zouden een aanvullende configuratie nodig kunnen hebben. Configureren van providers wordt in een later hoofdstuk van deze handleiding uitgelegd.
Als u dit punt heeft bereikt bent u er klaar voor om geo-algoritmen te gebruiken. Er is op dit moment geen noodzaak om nog iets anders te configureren. We kunnen ons eerste algoritme al gaan uitvoeren, wat we ook zullen doen in de volgende les.