2.3. Lesson: Een overzicht van de interface¶
We zullen de gebruikersinterface van QGIS verkennen zodat u bekend raakt met de menu’s, werkbalken, kaartvenster en lagenlijst die de basisstructuur van de interface vormen.
Het doel voor deze les: Begrijpen van de basisonderdelen van de gebruikersinterface van QGIS.
2.3.1. Try Yourself: De basisonderdelen¶
De elementen die kunnen worden geïdentificeerd in de bovenstaande afbeelding zijn:
Lagenlijst / paneel Browser
Werkbalken
Kaartvenster
Statusbalk
Werkbalk zijkant
Locatiebalk
2.3.1.1. De lagenlijst¶
In de lagenlijst kunt u op elke moment een lijst zien van alle lagen die voor u beschikbaar zijn.
Uitbreiden van samengevouwen items (door te klikken op de pijl of het symbool plus ernaast) zal u meer informatie verschaffen over het huidige uiterlijk van de laag.
Hovering over the layer will give you some basic information: layer name, type of geometry, coordinate reference system and the complete path of the location on your device.
Rechts-klikken op een laag zal u een menu geven met heel veel extra opties. U zult sommige ervan op korte termijn gaan gebruiken, kijk dus even rond!
Notitie
Een vectorlaag is een gegevensset, gewoonlijk van een specifiek soort object, zoals wegen, bomen, etc. Een vectorlaag kan bestaan uit punten, lijnen of polygonen.
2.3.1.2. Het paneel Browser¶
De Browser van QGIS is een paneel in QGIS waarmee u eenvoudig door uw database kunt browsen. U heeft daarbij toegang tot algemene vectorbestanden (bijv. ESRI Shapefiles of bestanden van MapInfo ), databases (bijv. PostGIS, Oracle, SpatiaLite of MSSQL Spatial) en webservices WMS/WFS. U kunt ook gegevens van GRASS bekijken.
Als u een project hebt opgeslagen zal het paneel Browser u ook snelle toegang verschaffen tot alle lagen die zijn opgeslagen in hetzelfde pad van het projectbestand in het item Thuis voor project.
U kunt daarnaast één of meer mappen instellen als Favorieten: zoek naar uw pad en als u de map eenmaal hebt gevonden, klik er met rechts op en klik op Als Favoriet toevoegen
. U zou dan uw map moeten kunnen zien in het item Favorieten.
Tip
Het kan gebeuren dat de mappen die zijn toegevoegd aan het item Favorieten een behoorlijk lange naam hebben: geen zorgen, klik met rechts op het pad en kies Favoriete plaats hernoemen...
om een andere naam in te stellen.
2.3.1.3. Werkbalken¶
Uw meest gebruikte gereedschappen kunnen worden gewijzigd naar werkbalken voor basis toegang. De werkbalk Project, bijvoorbeeld, stelt u in staat een nieuw project op te slaan, te laden, af te drukken en te beginnen. U kunt de interface eenvoudig aanpassen zodat u alleen de door u meest gebruikte gereedschappen ziet, indien nodig werkbalken toevoegen of verwijderen via het menu
.Zelfs als zij niet zichtbaar zijn in een werkbalk blijven al uw gereedschappen toegankelijk via de menu’s. Als u bijvoorbeeld de werkbalk Project verwijdert (die de knop Opslaan bevat), kunt u nog steeds uw kaart opslaan door te klikken op het menu Project en dan te klikken op Opslaan.
2.3.1.4. Het kaartvenster¶
Dit is waar de kaart zelf wordt weergegeven en waar de lagen worden geladen. In het kaartvenster kunt u interactief werken met de zichtbare lagen: in-/uitzoomen, de kaart verplaatsen, objecten selecteren en nog veel meer bewerkingen die we nader zullen bekijken in de volgende gedeelten.
2.3.1.5. De Statusbalk¶
Toont u informatie over de huidige kaart. Stelt u ook in staat de schaal van de kaart, de oriëntatie van de kaart aan te passen en de coördinaten van de muiscursor op de kaart te zien.
2.3.1.6. De werkbalk Zijkant¶
Standaard bevat de werkbalk Zijkant de knoppen om lagen te laden en alle knoppen om een nieuwe laag te maken. maar onthoud dat u alle werkbalken kunt verplaatsen naar waar ze voor u meer comfortabel zijn om mee te werken.
2.3.1.7. De Locatiebalk¶
Op deze balk kunt u toegang krijgen tot bijna alle objecten van QGIS: lagen, laagobjecten, algoritmen, Favoriete plaatsen, etc. Controleer alle verschillende opties in het gedeelte Instellingen voor Lokaliseren van de QGIS Gebruikershandleiding.
Tip
Met de sneltoets Ctrl+K krijgt u snel toegang tot de balk.
2.3.2. Try Yourself 1¶
Probeer de vier hierboven vermelde elementen te identificeren op uw eigen scherm, zonder naar het diagram hierboven te kijken. Kijk of u hun namen en functies kunt identificeren. U zult meer bekend raken met deze elementen als u ze in de komende dagen gaat gebruiken.
2.3.3. Try Yourself 2¶
Probeer elk van deze gereedschappen op uw scherm te vinden. Wat zijn hun doelen?
Notitie
Als een van deze gereedschappen niet zichtbaar is op het scherm, probeer dan enkele werkbalken in te schakelen die momenteel verborgen zijn. Onthoud ook dat als er te weinig ruimte is op het scherm, een werkbalk verkleind kan zijn door enkele van zijn gereedschappen te verbergen. U kunt de verborgen gereedschappen zichtbaar maken door te dubbelklikken op de pijlknop rechts in een dergelijke verkleinde werkbalk. U kunt een Helptip zien met de naam van elk gereedschap door de muiscursor enige tijd boven het gereedschap te houden.
2.3.4. What’s Next?¶
Nu u heeft gezien hoe de interface van QGIS werkt, kunt u de beschikbare gereedschappen gebruiken en beginnen met het verbeteren van uw kaart! Dat is het onderwerp voor de volgende les.