3.1. Lesson: Werken met vectorgegevens

Vectorgegevens zijn mogelijkerwijs de meest voorkomende soort gegevens die u zult tegenkomen bij het dagelijks gebruik van een GIS. Het vectormodel geeft de locatie en vorm van geografische objecten weer in punten, lijnen en polygonen (en voor 3D-gegevens ook oppervlakten en volumes), terwijl hun andere eigenschappen zijn opgenomen als attributen (vaak weergegeven als een tabel in QGIS). Het wordt gewoonlijk gebruikt om afzonderlijke objecten op te slaan, zoals wegen en blokken woningen. De objecten in a vector-gegevensset worden objecten genoemd, en bevatten gegevens die hun locatie en eigenschappen beschrijven.

Het doel voor deze les: De structuur van vectorgegevens te leren en hoe vector-gegevenssets in een kaart moeten worden geladen.

3.1.1. basic Follow Along: Laagattributen bekijken

Het is belangrijk te weten dat de gegevens waarmee u gaat werken niet alleen weergeven waar objecten in de ruimte staan, maar ook dat ze u vertellen wat die objecten zijn.

Uit de eerdere oefening zou u de laag rivers moeten hebben geladen in uw kaart. De lijnen die u nu kunt zien zijn louter de positie van de rivieren: dit zijn de ruimtelijke gegevens.

Selecteer, om alle beschikbare gegevens op de laag rivers te zien, die in het paneel Lagen en klik op de knop openTable.

Het zal u een tabel laten zien met meer gegevens over de laag rivers. Dit is de Attributentabel van de laag. Een rij wordt een record genoemd, en geeft een object rivier weer. Een kolom wordt een veld genoemd, en geeft een eigenschap van de rivier weer. Cellen laten attributen zien.

../../../_images/attribute_data_preview.png

Deze definities worden veel gebruikt in GIS, het is dus essentieel om ze te onthouden!

U mag nu de attributentabel sluiten.

3.1.2. basic Try Yourself Attributen van vectorgegevens verkennen

  1. Hoeveel velden zijn er beschikbaar in de laag rivers?

  2. Vertel ons eens iets meer over de plaatsen town in uw gegevensset.

Controleer uw resultaten

3.1.3. basic Follow Along: Vectorgegevens uit een database van GeoPackage laden

Databases stellen u in staat een grote hoeveelheid geassocieerde gegevens in één bestand op te slaan. U zou al bekend kunnen zijn met een beheerssysteem voor databases (DBMS) zoals Libreoffice Base of MS Access. Toepassingen voor GIS kunnen ook gebruik maken van databases. GIS-specifieke DBMS-en (zoals PostGIS) hebben extra functies, omdat zij ruimtelijke gegevens moeten behandelen.

De open indeling GeoPackage is een container die u in staat stelt uw gegevens voor GIS (lagen) op te slaan in één enkel bestand. Anders dan de indeling ESRI Shapefile (bijv. de gegevensset protected_areas.shp die u eerder laadde), kan één enkel bestand van GeoPackage verscheidene gegevens bevatten (zowel vector- en rastergegevens) in verschillende coördinaten referentiesystemen, als ook tabellen zonder ruimtelijke informatie; al deze mogelijkheden stellen u in staat gegevens eenvoudig te delen en duplicaten te voorkomen.

U dient eerst een verbinding te maken om een laag uit een pakket van GeoPackage te kunnen laden:

  1. Klik op de knop dataSourceManager Databronnen beheren openen.

  2. Klik, aan de linkerkant, op de tab newGeoPackageLayer GeoPackage.

  3. Klik op de knop Nieuw en blader naar het bestand training_data.gpkg in de map exercise_data dat u eerder downloadde.

  4. Selecteer het bestand en druk op Openen. Het bestandspad wordt nu toegevoegd aan de lijst met verbindingen voor Geopackage, en verschijnt in het keuzemenu.

U bent nu klaar om elke laag uit dit GeoPackage in te laden in QGIS.

  1. Klik op de knop Verbinden. In het centrale deel van het venster zou u nu een lijst moeten zien met alle lagen die zijn opgenomen in het bestand van GeoPackage.

  2. Selecteer de laag roads en klik op de knop Toevoegen.

    ../../../_images/add_data_dialog_geopackage.png

    Een laag roads is toegevoegd aan het paneel Lagen met de objecten weergegeven in het kaartvenster.

  3. Klik op Sluiten.

Gefeliciteerd! U heeft nu de eerste laag uit een GeoPackage geladen.

3.1.4. basic Follow Along: Vectorgegevens laden met de Browser uit een database van SpatiaLite

QGIS verschaft toegang tot veel andere indelingen van databases. Net als GeoPackage, is de database-indeling SpatiaLite een uitbreiding van de bibliotheek SQLite. En het laden van een laag uit een provider van SpatiaLite volgt dezelfde regels als hierboven beschreven: Maak de verbinding –> Schakel die in –> Voeg de la(a)g(en) toe.

Waar dit één manier is om gegevens van SpatiaLite aan uw kaart toe te voegen, laten we eens een andere krachtige manier verkennen om gegevens toe te voegen: de Browser.

  1. Klik op het pictogram dataSourceManager om het venster open the Databronnen beheren te openen.

  2. Klik op de tab fileOpen Browser.

  3. Op deze tab kunt u alle opslagschijven zien die zijn verbonden met uw computer, als ook items voor de meeste tabs aan de linkerkant. Deze maken snelle toegang mogelijk tot de verbonden databases of mappen.

    Klik, bijvoorbeeld, op het pictogram in het keuzemenu naast het item geoPackage GeoPackage. U zult het bestand training-data.gpkg zien waarmee we eerder verbonden (en de lagen ervan, indien uitgebreid).

  4. Klik met rechts op het item spatialite SpatiaLite en selecteer Nieuwe verbinding….

  5. Navigeer naar de map exercise_data, selecteer het bestand landuse.sqlite en klik op Openen.

    Merk op dat een item dbSchema landuse.sqlite is toegevoegd onder die van SpatiaLite.

  6. Breid het item dbSchema landuse.sqlite uit.

  7. Dubbelklik op de laag polygonLayer landuse of selecteer en sleep het naar het kaartvenster en zet het daar neer. Een nieuwe laag wordt toegevoegd aan het paneel Lagen en de objecten daarvan worden weergegeven in het kaartvenster.

    ../../../_images/spatialite_dialog_connected.png

Tip

Schakel het paneel Browser in onder Beeld ‣ Panelen ‣ en gebruik het om uw gegevens toe te voegen. Het is een handige sneltoets voor de tab Databronnen beheren ‣ Browser, met dezelfde functionaliteit.

Notitie

Vergeet niet om uw project regelmatig op te slaan! Het projectbestand bevat niet direct de gegevens, maar het onthoud welke lagen u in uw kaart geladen heeft.

3.1.5. moderate Try Yourself Meer vectorgegevens laden

Laad de volgende gegevenssets uit de map exercise_data in uw kaart met een van de hierboven uitgelegde methoden:

  • buildings

  • water

Controleer uw resultaten

3.1.6. Follow Along: De lagen opnieuw schikken

De lagen in uw lijst Lagen worden in een bepaalde volgorde op de kaart getekend. De laag onder in de lijst wordt als eerste getekend en de laan aan de bovenkant wordt als laatste getekend. Door de volgorde waarin zij in de lijst zijn weergegeven te wijzigen, kunt u de volgorde wijzigen waarin zij getekend worden.

Notitie

U kunt dit gedrag veranderen met het keuzevak Rendervolgorde controleren checkbox onder in het paneel Laagvolgorde. We zullen deze mogelijkheid echter nog niet verder bespreken.

De volgorde waarin de lagen zijn geladen in de kaart is in dit stadium waarschijnlijk niet logisch. Het is mogelijk dat de laag met wegen volledig is verborgen omdat andere lagen er bovenop liggen.

Deze volgorde van lagen bijvoorbeeld…

../../../_images/incorrect_layer_order.png

… would result in roads and places being hidden as they run underneath the polygons of the landuse layer.

Dit probleem oplossen:

  1. Klik en sleep een laag uit de lijst met Lagen.

  2. Schik ze opnieuw naar deze volgorde:

../../../_images/correct_layer_order.png

U zult zien dat de kaart visueel nu meer betekenis heeft, met wegen en gebouwen die bovenop de regio’s van landuse verschijnen.

3.1.7. In Conclusion

Nu heeft u alle lagen toegevoegd die u nodig heeft uit verschillende bronnen.

3.1.8. What’s Next?

Door het automatisch toegewezen willekeurige palet bij het laden van de lagen is uw huidige kaart waarschijnlijk niet eenvoudig te lezen. Het verdient aanbeveling om uw eigen keuzes aan kleuren en symbolen toe te voegen. Dat is wat u zult leren te doen in de volgende les.