.

QGIS GUI

Wanneer QGIS start zal de volgende gebruikersinterface getoond als in de afbeelding ( nummer 1 t/m 5 in het geel refereren worden hierna toegelicht):

Figure QGIS GUI 1:

../../../_images/startup.png

QGIS GUI met Alaska voorbeeld data nix

Notitie

Dit kan enigszins afwijken afhankelijk onder welk platform QGIS draait en welke vensterbeheer je gebruikt of hoe deze is ingesteld.

De QGIS gebruikersinterface is onderverdeeld in 5 gebieden:

  1. Menubalk

  2. Werkbalk

  3. Legenda

  4. Kaartbeeld

  5. Statusbalk

Deze vijf onderdelen worden in de volgende subparagrafen in detail beschreven. Daarnaast wordt in twee subparagrafen de snelkoppelingen en de context helpfunctie beschreven.

Werkbalk

De werkbalken geven toegang tot de meeste functies die je ook terugvindt in de menu-structuur, plus kaartgereedschap. Elke knop op de werkbalk heeft ook een tooltip, informatie die na een tijdje automatisch verschijnt wanneer je de muisaanwijzer er even boven houdt.

Elke werkbalk kan verplaatst worden en zowel verticaal als horizontaal geplaatst worden waar jij wilt, tussen de menubalk bovenin en de statusbalk onderin. Daarnaast kun je werkbalken tijdelijk verwijderen via het snelmenu, die verschijnt wanneer je de rechtermuisknop indrukt wanneer de muisaanwijzer zich boven een werkbalk bevindt (zie ook Panelen en Werkbalken).

Tip

Werkbalken weer terugzetten

Wanneer je per ongeluk al je werkbalken hebt verwijderd, dan kun je ze weer terugzetten via de menukeuze Extra ‣ Werkbalken ‣. Wanneer een werkbalk verdwenen is onder Windows, wat blijkbaar wel eens gebeurt, dan kun je dat ook oplossen door de registry key \HKEY_CURRENT_USER\Software\QGIS\qgis\UI\state te verwijderen uit de registry. Wanneer je vervolgens QGIS opnieuw start zullen alle werkbalken weer zichtbaar zijn.

Legenda

The map legend area lists all the layers in the project. The checkbox in each legend entry can be used to show or hide the layer.

Een laag kan na selectie hoger of lager in de legenda gezet worden door deze te slepen met ingedrukte linker- muisknop. Hoe hoger in de legenda, hoe later deze laag getekend wordt. De bovenste kaartlaag wordt dan ook over alle andere kaartlagen getekend.

Notitie

Dit gedrag kan overschreven worden via het paneel ‘Laagvolgorde’.

Lagen in het Legenda venster, kunnen in groepen worden ondergebracht. Er zijn twee manieren om dit te doen:

  1. Right click in the legend window and choose Add New Group. Type in a name for the group and press Enter. Now click on an existing layer and drag it onto the group.
  2. Selecteer enkele lagen, start met de rechtermuisknop het snelmenu vanuit het paneel van de legenda en kies Groep geselecteerd. De geselecteerde lagen zullen automatisch aan de nieuwe groep worden toegevoegd.

Om een laag uit een groep te halen kun je deze eruit slepen, of door een laag in een groep te selecteren en dan via de rechtermuis het snelmenu te openen en te kiezen voor Maak hier een toplevel item van. Een groep kan groepen bevatten.

Met het aanvinkvakje kun je ineens de zichtbaarheid van alle lagen die behoren tot die groep aan- of uitzetten.

De inhoud van het snelmenu, die je met de rechtermuisknop kunt oproepen voor een geselecteerd legenda object, is anders voor vector of raster kaartlagen. Wanneer het een GRASS vector laag betreft ontbreekt de menu-optie mActionToggleEditing bewerken aan/uitzetten. Zie Digitaliseren en bewerken van een GRASS vectorlaag voor informatie hoe je GRASS vector kaartlagen kunt bewerken.

Snelmenu onder rechtermuisknop voor raster lagen

  • Zoom naar laagextent

  • Zoom naar Beste Schaal (100%)

  • Uitrekken naar huidige extent

  • Toon in overzichtskaart

  • Verwijder

  • Duplicaat

  • Instellen laag-CRS

  • Project CRS van kaartlaag overnemen

  • Opslaan als ...

  • Eigenschappen

  • Hernoem

  • Kopiëer stijl

  • Add New Group
  • Expand all
  • Collapse all
  • Update Drawing Order

Aanvullen, volgens laagpositie en selectie

  • Maak hier een ‘top level’ item van

  • Groep geselecteerd

Snelmenu onder Rechter muisknop voor vector lagen

  • Zoom naar laagextent

  • Toon in overzichtskaart

  • Verwijder

  • Duplicaat

  • Instellen laag-CRS

  • Project CRS van kaartlaag overnemen

  • Open attributentabel

  • Bewerken aan/uitzetten (niet beschikbaar voor GRASS lagen)

  • Opslaan als ...

  • Save Selection As
  • Query

  • Aantal kaartobjecten tonen

  • Eigenschappen

  • Hernoem

  • Kopiëer stijl

  • Add New Group
  • Expand all
  • Collapse all
  • Update Drawing Order

Aanvullen, volgens laagpositie en selectie

  • Maak hier een ‘top level’ item van

  • Groep geselecteerd

Snelmenu onder rechtermuisknop voor laag groepen

  • Zoom naar groep

  • Verwijder

  • Instellen groep-CRS

  • Hernoem

  • Add New Group
  • Expand all
  • Collapse all
  • Update Drawing Order

Het is mogelijk om meer dan een laag of groep tegelijkertijd te selecteren door de Ctrl -toets vast te houden tijdens het selecteren van lagen met de linkermuisknop. Je kunt dan ineens alles wat je geselecteerd hebt verplaatsen naar een groep.

Je kunt ook meer dan één laag of groep tegelijkertijd verwijderen door deze te selecteren met ingehouden Ctrl -toets en daarna de toetsencombinatie Ctrl+D te gebruiken. Dan zullen alle geselecteerde lagen en/of groepen verwijderd worden van de legenda met kaartlagen.

Werken met de Legenda onafhankelijke volgorde van lagen

Er is een paneel waarmee je de tekenvolgorde onafhankelijk van de legenda kunt aangeven. Dit paneel kan geactiveerd worden via het menu Extra ‣ Panelen ‣ Laag volgorde. Bepaal de tekenvolgorde van de lagen in het paneel Laag Volgorde. Vervolgens kun je in de legenda de groepen anders indelen, waarbij deze lagen toch in de goede volgorde worden getekend (zie figure_layer_order). Wanneer onderin het paneel van de legenda, het aanvinkvak checkbox Rendervolgorde controleren uitgezet wordt, dan geldt alleen de tekenvolgorde van de legenda.

Figure Layer Order:

../../../_images/layer_order.png

Een Legenda onafhankelijke volgorde van lagen definiëren nix

Kaartbeeld

Het kaartbeeld is deel van QGIS waar het resultaat van QGIS - de kaarten worden getoond! De kaart die getoond word is afhankelijk van de geladen vector- en rasterkaarten (zie volgende onderwerpen voor meer informatie hoe kaartlagen geladen worden). Men kan het kaartbeeld verschuiven of erop inzoomen of uitzoomen. Men kan nog verschillende andere dingen doen met het kaartbeeld. De legenda van kaartlagen en het kaartbeeld hebben een sterke relatie met elkaar. Het kaartbeeld veranderd direct wanneer je lagen in de legenda wijzigt.

Tip

Het kaartbeeld in/uitzoomen met het muiswieltje

Met het muiswieltje kun je in- en uitzoomen op de kaart. Plaats de muisaanwijzer in het kaartbeeld en roll het wieltje naar voren (van je af) om in te zoomen en achteruit (naar je toe) om uit te zoomen. De plaats van de muisaanwijzer is de plaats waar het in/uitzoomen gebeurd. Je kunt het gedrag van de muiswieltje instellen in het Opties menu Extra ‣ Opties in het tabblad Kaart gereedschap.

Tip

Verschuiven van het kaartbeeld met de pijltjestoetsen en de spatiebalk

Je kunt de pijtljestoetsen gebruiken om het kaartbeeld te verschuiven. Plaats de muisaanwijzer in het kaartbeeld en druk op de toets met het linkerpijltje/rechterpijltje om het kaartbeeld naar west/oost te verschuiven of pijltje omhoog/pijltje omlaag om deze naar noord/zuid te verschuiven. Maar je kunt ook de spatiebalk gebruiken om het kaartbeeld te verschuiven! Met ingedrukte spatiebalk kun je met de muisaanwijzer het kaartbeeld verschuiven in gewenste richting o klik op het muiswieltje.

Statusbalk

De statusbalk toont de huidige positie in kaartcoördinaten. Wanneer je de muisaanwijzer over de kaart heen beweegt, worden de coördinaten van de muisaanwijzer direct getoond. Links van de plaats waar de coördinaten wordt getoond op de statusbalk is een knop waarmee je kunt wisselen tussen Coördinaat en Extents. De Extents laat de coördinaten van linkeronderhoek en rechterbovenhoek zien van wat er in het kaartbeeld getoond wordt welke veranderd wanneer je het kaartbeeld wijzigt door deze te verschuiven of door in/uitzoomen.

Naast het getoonde coordinaat wordt de schaal getoond. Hier kun je de huidige schaal zien van het kaartbeeld. Er is ook een keuzelijst van voorgedefinieerde schalen toegevoegd van schaal 1:500 tot 1:1000000. Behalve dat je een schaal kunt kiezen kun je hier ook zelf een schaal ingeven waarna het kaartbeeld in die schaal getoond zal worden.

Op de statusbalk bevindt zich ook een voortgangsbalkje waarmee de voortgang kan worden gezien wanneer het kaart opnieuw wordt opgebouwd (het renderen van de kaart). In enkele andere gevallen wordt de voortgangsbalk gebruikt voor het tonen van de voortgang van andere processen die meer tijd in beslag nemen, zoals het verzamelen van statistieken over rasterlagen.

Wanneer er een nieuwe plugin of een update van een plugin beschikbaar is zal dit bekend worden gemaakt via de statusbalk. Aan de rechterkant van de statusbalk kan men via een aanvinkvakje aangeven of je het opnieuw opbouwen van het kaartbeeld even wilt stoppen (zie Renderen onderaan). Het icoontje mIconStopRendering stopt onmiddeling het renderen van de kaart.

Helemaal aan de rechterkant van de statusbalk kan men de EPSG code van het huidige gebruikte coördinaten referentie systeem zien. Daarnaast bevindt zich een icoontje waarmee je direkt toegang hebt tot het tabblad Ruimtelijk Referentie Systeem van het menu Projectinstellingen zodat je deze kunt bekijken/aanpassen.

Tip

Rekenen met de correcte schaal in het kaartbeeld

Wanneer je QGIS voor het eerst start, worden standaard de eenheid graden gebruikt en worden de coördinaten in graden weergegeven. Men kan de eenheid omzetten van graden naar meters in het tabblad Algemeen onder Extra ‣ Projectinstellingen of je kunt de project coördinaten referentie systeem wijzigen via het icoontje mIconProjectionDisabled CRS status helemaal aan de rechterkant van de statusbalk. Wanneer het nieuwe coördinaten referentie systeem in de definitie een eenheid bevat (bijvoorbeeld ’+units=m’) dan wordt de gebruikte eenheid van het kaartbeeld hier ook direct door aangepast.