.
Dubbelklik op de naam van een rasterlaag in de legenda of selecteer de laag en gebruik de rechter muisknop en kies Eigenschappen uit het contextmenu om de eigenschappen van een rasterlaag te bekijken en in te stellen. Dit zal het dialoogvenster Laag-eigenschappen voor de rasterlaag openen (zie figure_raster_1).
Het dialoogvenster bevat verschillende tabbladen:
Algemeen
Stijl
Transparantie
Piramiden
Figure Raster 1:
Het menu Algemeen geeft basisinformatie weer over het geselecteerde raster, inclusief het pad van de bron van de laag, de weergegeven naam in de legenda (die kan worden aangepast), en het aantal kolommen, rijen en de waarden ‘Geen gegevens’ van het raster.
Ook het CoördinatenReferentieSysteem (CRS) wordt hier weergegeven als een PROJ.4-tekst. Deze kan worden aangepast via de knop [Opgeven...].
Daarnaast kan schaalafhankelijke zichtbaarheid worden ingesteld op deze tab. Selecteer daarvoor het keuzevak Schaalafhankelijke zichtbaarheid en stel het bereik van de schalen waarvoor de gegevens getoond moeten worden op de kaart.
Onderin kunt u een ‘thumbnail’, een kleine afbeelding van de laag zien, het gebruikte symbool in de legenda en het kleurenpalet.
QGIS offers four different Render types. The renderer chosen is dependent on the data type.
Multiband kleur - als het bestand een multiband is met verschillende banden (bijv. gebruikt in een satellietfoto met verschillende banden)
Palet - als een enkel bandbestand een geïndexeerd palet heeft (bijv. gebruikt in een digitale topografische kaart)
Enkelbands pseudokleur - deze renderer is mogelijk voor bestanden met een doorlopend palet, of kleurenkaart (bijv. gebruikt in een hoogtekaart)
Multibands kleur
Met de renderer Multiband kleur zullen drie banden van de afbeelding worden gebruikt om te renderen, waarbij elke band staat voor de rode, groene of blauwe component die worden gebruikt om een kleurenafbeelding op te bouwen. U kunt kiezen uit verschillende methoden Contrastverbetering: ‘Geen verbetering’, ‘Stretch tot MinMax’, ‘Stretch en clip tot MinMax’ en ‘Clip tot min max’.
Figure Raster 2:
This selection offers you a wide range of options to modify the appearance of your raster layer. First of all, you have to get the data range from your image. This can be done by choosing the Extent and pressing [Load]. QGIS can Estimate (faster) the Min and Max values of the bands or use the Actual (slower) Accuracy.
Now you can scale the colors with the help of the Load min/max values section. A lot of images have a few very low and high data. These outliers can be eliminated using the Cumulative count cut setting. The standard data range is set from 2% to 98% of the data values and can be adapted manually. With this setting, the gray character of the image can disappear. With the scaling option Min/max, QGIS creates a color table with all of the data included in the original image (e.g., QGIS creates a color table with 256 values, given the fact that you have 8 bit bands). You can also calculate your color table using the Mean +/- standard deviation x . Then, only the values within the standard deviation or within multiple standard deviations are considered for the color table. This is useful when you have one or two cells with abnormally high values in a raster grid that are having a negative impact on the rendering of the raster.
All calculations can also be made for the Current extent.
Tip
Het tonen van een enkel- of multiband raster
Wanneer u een enkele band raster wilt tonen (bijvoorbeeld de rode) van een multiband afbeelding, zou u denken dat u de groene en blauwe band uitschakelt. Maar dat is niet de goede manier. Zet het imagetype naar grijstinten en selecteer rood als de te gebruiken band voor Grijstinten om de rode band te tonen.
Palet
This is the standard render option for singleband files that already include a color table, where each pixel value is assigned to a certain color. In that case, the palette is rendered automatically. If you want to change colors assigned to certain values, just double-click on the color and the Select color dialog appears. Also, in QGIS 2.2. it’s now possible to assign a label to the color values. The label appears in the legend of the raster layer then.
Figure Raster 3:
Contrastverhoging
Notitie
When adding GRASS rasters, the option Contrast enhancement will always be set automatically to stretch to min max, regardless of if this is set to another value in the QGIS general options.
Enkelbands grijs
This renderer allows you to render a single band layer with a Color gradient: ‘Black to white’ or ‘White to black’. You can define a Min and a Max value by choosing the Extent first and then pressing [Load]. QGIS can Estimate (faster) the Min and Max values of the bands or use the Actual (slower) Accuracy.
Figure Raster 4:
With the Load min/max values section, scaling of the color table is possible. Outliers can be eliminated using the Cumulative count cut setting. The standard data range is set from 2% to 98% of the data values and can be adapted manually. With this setting, the gray character of the image can disappear. Further settings can be made with Min/max and Mean +/- standard deviation x . While the first one creates a color table with all of the data included in the original image, the second creates a color table that only considers values within the standard deviation or within multiple standard deviations. This is useful when you have one or two cells with abnormally high values in a raster grid that are having a negative impact on the rendering of the raster.
Enkelbands pseudokleur
This is a render option for single-band files, including a continous palette. You can also create individual color maps for the single bands here.
Figure Raster 5:
Er zijn drie manieren van kleurinterpolatie beschikbaar:
Discreet
Lineair
In the left block, the button Add values manually adds a value to the individual color table. The button Remove selected row deletes a value from the individual color table, and the Sort colormap items button sorts the color table according to the pixel values in the value column. Double clicking on the value column lets you insert a specific value. Double clicking on the color column opens the dialog Change color, where you can select a color to apply on that value. Further, you can also add labels for each color, but this value won’t be displayed when you use the identify feature tool. You can also click on the button Load color map from band, which tries to load the table from the band (if it has any). And you can use the buttons Load color map from file or Export color map to file to load an existing color table or to save the defined color table for other sessions.
In the right block, Generate new color map allows you to create newly categorized color maps. For the Classification mode ‘Equal interval’, you only need to select the number of classes and press the button Classify. You can invert the colors of the color map by clicking the Invert checkbox. In the case of the Mode ‘Continous’, QGIS creates classes automatically depending on the Min and Max. Defining Min/Max values can be done with the help of the Load min/max values section. A lot of images have a few very low and high data. These outliers can be eliminated using the Cumulative count cut setting. The standard data range is set from 2% to 98% of the data values and can be adapted manually. With this setting, the gray character of the image can disappear. With the scaling option Min/max, QGIS creates a color table with all of the data included in the original image (e.g., QGIS creates a color table with 256 values, given the fact that you have 8 bit bands). You can also calculate your color table using the Mean +/- standard deviation x . Then, only the values within the standard deviation or within multiple standard deviations are considered for the color table.
Voor elke Bandrendering is een Kleurrendering mogelijk.
U kunt ook speciale effecten voor renderen voor uw rasterbestand(en) bereiken met behulp van de Meng-modi (zie Het dialoogvenster Vectoreigenschappen).
Further settings can be made in modifiying the Brightness, the Saturation and the Contrast. You can also use a Grayscale option, where you can choose between ‘By lightness’, ‘By luminosity’ and ‘By average’. For one hue in the color table, you can modify the ‘Strength’.
De optie Resample verschijnt als u in- en uitzoomt in een afbeelding. Modi voor Resample kunnen het uiterlijk van de kaart optimaliseren. Zij berekenen een nieuwe matrix voor grijswaarden door middel van een geometrische transformatie.
Figure Raster 6:
Bij het toepassen van de methode ‘Dichtstbijzijnde buur’ kan de kaart een gepixelde structuur hebben bij het inzoomen. Dit uiterlijk kan worden verbeterd door de methoden ‘Bilineair’ of ‘Kubisch’ te gebruiken, wat scherpe objecten vervaagt. Het effect is een gladdere afbeelding. Deze methode kan bijvoorbeeld worden toegepast bij digitale topografische rasterkaarten.
QGIS has the ability to display each raster layer at a different transparency level. Use the transparency slider to indicate to what extent the underlying layers (if any) should be visible though the current raster layer. This is very useful if you like to overlay more than one raster layer (e.g., a shaded relief map overlayed by a classified raster map). This will make the look of the map more three dimensional.
Daarnaast kunt u aangeven welke rasterwaarde als Geen gegevens behandeld moet worden in het menu Extra waarde ‘Geen gegevens’.
Een meer flexibelere manier om de transparantie te regelen kan uitgevoerd worden via Aangepaste transparantie opties. Hier kan de transparantie voor elke pixelwaarde worden ingesteld.
As an example, we want to set the water of our example raster file landcover.tif to a transparency of 20%. The following steps are neccessary:
Laad het rasterbestand landcover.tif.
Open het dialoogvenster Eigenschappen door te dubbelklikken op de rasterlaag in de legenda of via het contextmenu dat via de rechter muisknop in de legenda geopend wordt voor de geselecteerde rasterlaag en te kiezen voor Eigenschappen.
Selecteer het menu Transparantie
Kies ‘Geen’ in het menu Transparantie band.
Geef de rasterwaarde op (we gebruiken hier 0) in de kolom ‘Van’ en ‘Tot’ en pas daarvan de transparantie aan naar 20%.
Druk op de knop [Apply] en controleer het resultaat van de kaart.
Stappen 5 en 6 kunnen herhaald worden om meer waarden te wijzigen met een aangepaste transparantie.
As you can see, it is quite easy to set custom transparency, but it can be quite a lot of work. Therefore, you can use the button Export to file to save your transparency list to a file. The button Import from file loads your transparency settings and applies them to the current raster layer.
Large resolution raster layers can slow navigation in QGIS. By creating lower resolution copies of the data (pyramids), performance can be considerably improved, as QGIS selects the most suitable resolution to use depending on the level of zoom.
U moet schrijfrechten hebben voor de map waarin de originele rastergegevens zijn opgeslagen om piramiden te bouwen.
Verschillende methoden voor resamplen kunnen worden gebruikt om piramiden te berekenen:
‘Dichtstbijzijnde buur’
Gemiddelde
Kubisch
Modus
Geen
If you choose ‘Internal (if possible)’ from the Overview format menu, QGIS tries to build pyramids internally. You can also choose ‘External’ and ‘External (Erdas Imagine)’.
Figure Raster 7:
Onthoud dat het bouwen van piramiden de originele databestanden kan veranderen en dat intern aangemaakte piramiden niet meer verwijderd kunnen worden. Het is dan ook altijd verstandig om van het origineel, zonder piramiden, eerst een kopie te maken en te bewaren.
The Histogram menu allows you to view the distribution of the bands or colors in your raster. The histogram is generated automatically when you open the Histogram menu. All existing bands will be displayed together. You can save the histogram as an image with the button. With the Visibility option in the Prefs/Actions menu, you can display histograms of the individual bands. You will need to select the option Show selected band. The Min/max options allow you to ‘Always show min/max markers’, to ‘Zoom to min/max’ and to ‘Update style to min/max’. With the Actions option, you can ‘Reset’ and ‘Recompute histogram’ after you have chosen the Min/max options.
Figure Raster 8:
Het tabblad Metadata toont veel informatie over de rasterlaag, inclusief statistieken over elke band in de huidige rasterlaag. In dit tabblad zijn de onderdelen Beschrijving, Attributen, MetadataUrl en Eigenschappen aanwezig. In Eigenschappen worden statistieken verzameld wanneer nodig, het is dus best mogelijk dat voor een gegeven laag de statistieken nog niet zijn verzameld of inmiddels verouderd zijn.
Figure Raster 9: