Een uitvoer maken¶
De afbeelding hieronder geeft een voorbeeld weer van de afdruklay-out, inclusief elk type lay-outitem zoals beschreven in het gedeelte hierboven.

Afdruklay-out met toegevoegde kaartweergave, legenda, afbeelding, schaalbalk, coördinaten, tekst en HTML-frame¶
Vanuit het menu
of de werkbalk kunt u de afdruklay-out uitvoeren naar verschillende bestandsindelingen, en is het mogelijk om de resolutie (afdrukkwaliteit) en papiergrootte aan te passen:Het pictogram
Afdrukken stelt u in staat de lay-out af te drukken naar een verbonden printer of naar een bestand van PostScript, afhankelijk van de geïnstalleerde stuurprogramma’s voor de printer.
Het pictogram
Als afbeelding exporteren exporteert het kaartvenster van de afdruklay-out naar verschillende indelingen voor afbeeldingen, zoals
PNG
,BMP
,TIF
,JPG
, en vele andere…Het pictogram
Als SVG exporteren slaat het kaartvenster van afdruklay-out op als een
SVG
(Scalable Vector Graphic).Als PDF exporteren slaat het gedefinieerde kaartvenster van afdruklay-out direct op als
PDF
.
Instellingen voor exporteren¶
Wanneer u een rapport exporteert, is er een selectie van instellingen voor de export die QGIS moet controleren om de meest toepasselijke uitvoer te geven. Deze instellingen zijn:
de Instellingen voor exporteren van het paneel Lay-out, zoals Export resolutie, Als raster afdrukken, Altijd als vectoren exporteren of World file opslaan;
de Pagina uitsluiten van exporteren in het paneel Pagina item-eigenschappen;
het Item uitsluiten voor exporteren in het paneel item-eigenschappen.
Als afbeelding exporteren¶
Klikken op het pictogram Als afbeelding exporteren zal u vragen de indeling voor de afbeelding te selecteren en de te gebruiken bestandsnaam in te voeren om de afdruklay-out te exporteren: in het geval van een lay-out met meerdere pagina’s zal elke pagina worden geëxporteerd naar een bestand met de opgegeven naam, met daaraan een paginanummer toegevoegd.
In het volgende dialoogvenster Opties voor exporteren afbeeldingen, kunt u optioneel de resolutie voor de afdruklay-out overschrijven en ook de dimensies voor de geëxporteerde pagina (ingesteld in het paneel Lay-out).
Door het selecteren van de optie Bijsnijden naar inhoud zullen de door de afdruklay-out uitgevoerde afbeeldingen het minimale gebied bevatten dat alle items omsluit (kaart, legenda, schaalbalk, vormen, label, afbeelding…) van elke pagina van de lay-out.
Als de lay-out één enkele pagina omvat, dan zal de grootte van de uitvoer worden aangepast voor ALLES op de lay-out. De pagina kan dan worden verkleind of vergroot tot alle items, afhankelijk van hun positie (op, boven, onder, links of rechts van de pagina).
In het geval van een lay-out met meerdere pagina’s zal de grootte van elke pagina worden aangepast zodat de items in het gebied ervan (linker- en rechterkant voor alle pagina’s, plus bovenkant voor de eerste pagina en onderkant voor de laatste pagina). Elke in grootte aangepaste pagina wordt geëxporteerd als een afzonderlijk bestand.
Het dialoogvenster Bijsnijden naar inhoud stelt u ook in staat enkele marges rondom de bijgesneden grenzen toe te voegen.

Opties voor exporteren afbeeldingen, uitvoer is op grootte van de inhoud van de items gebracht¶
Tip
Gebruik indelingen voor afbeeldingen die transparantie ondersteunen als items zich uitstrekken tot buiten de inhoud van het papier
Omdat items van lay-out buiten de inhoud van het papier zouden kunnen zijn geplaatst, kan, bij het gebruiken van de optie Bijsnijden naar inhoud bij het exporteren, dat resulteren in een afbeelding die zich uitstrekt tot buiten de inhoud van het papier. Omdat de achtergrond buiten de inhoud van het papier transparant zal zijn, zal die, voor indelingen van afbeeldingen die geen transparantie ondersteunen (bijv, .BMP
, .JPG
), als volledig zwart worden gerenderd, en de afbeelding “corrumperen”.
Gebruik transparantie-compatibele indelingen zoals .TIFF
of .PNG
in dergelijke gevallen.
Wanneer u uw lay-out moet exporteren als een afbeelding met geoverwijzingen (bijvoorbeeld om te delen met andere projecten), selecteer dan de optie World file opslaan en een world file, met dezelfde naam als de pagina waarop de kaartverwijzing is ingesteld, zal naast de export worden gemaakt. Deze optie kan ook standaard worden geselecteerd in het paneel Lay-out.
Indien nodig kan het renderen van afbeeldingen ook worden verbeterd met de optie Antialiasing inschakelen.
Exporteren naar SVG¶
Met Als SVG exporteren dient u ook de bestandsnaam in te vullen (gebruikt als basisnaam voor alle bestanden in het geval van een lay-out met meerdere pagina’s) en dan kan de optie
Bijsnijden naar inhoud worden toegepast.
Het dialoogvenster SVG export opties staat ook toe om de standaard export van de lay-out te wijzigen en biedt andere instellingen:
Kaartlagen als SVG-groepen exporteren: kan plaatsing van labels wijzigen.
Kaartlabels als omtrekken renderen: deselecteren hiervan staat bewerken in software voor vectorillustratie toe.
Altijd als vectoren exporteren: sommige opties voor renderen vereisen dat items worden gerasteriseerd voor een betere rendering. Selecteer deze optie om de objecten als vectoren te behouden met het risico dat het uiterlijk van het uitvoerbestand niet overeenkomt met de weergave van de afdruklay-out (bekijk, voor meer details, Instellingen voor exporteren).

SVG export opties¶
Notitie
Momenteel is de uitvoer naar SVG heel basaal. Dit is geen probleem van QGIS, maar een probleem met de onderliggende bibliotheek van Qt. Hopelijk zal dit in toekomstige versies zijn opgelost.
Als PDF exporteren¶
Het gereedschap Als PDF exporteren exporteert alle pagina’s van de lay-out naar één enkel PDF-bestand waarvoor u het pad en de naam moet opgeven. Anders dan voor andere indelingen verschaft het exporteren naar
.PDF
niet de mogelijkheden om de instellingen voor het exporteren van de lay-out te overschrijven. Selecteer dus deze instellingen om er voor te zorgen dat zij compatibel zijn met uw wensen.

Opties voor exporteren naar PDF¶
Notitie
Exporteren van een afdruklay-out naar indelingen als .PDF
of .TIFF
maakt standaard een uitvoer met geoverwijzingen (er is geen world file nodig).
Een atlas genereren¶
Functies voor atlas stellen u in staat boeken van kaarten te maken op een geautomatiseerde manier. Atlas gebruikt de objecten van een vector- of tabellaag, genaamd bedekkingslaag en maakt een uitvoer voor elk object voor atlas. De meest voorkomende wijze van gebruiken is om een kaartitem in te zoomen tot het huidige object voor atlas. Andere manieren van gebruik omvatten:
een kaartitem weergeven, voor een andere laag, dat alleen objecten weergeeft die hetzelfde attribuut delen als het object voor atlas of binnen de geometrie ervan liggen;
een label of HTML-item waarvan de tekst wordt vervangen als de objecten worden doorlopen;
een tabelitem dat attributen weergeeft van geassocieerde objecten ouder of kind van het huidige object voor atlas…
Voor elk object geldt dat een uitvoer wordt verwerkt voor alle pagina’s en items, overeenkomstig hun instellingen voor exporteren.
Tip
Variabelen gebruiken voor meer flexibiliteit
QGIS verschaft een uitgebreid paneel aan functies en variabelen, inclusief aan atlas gerelateerde, die u kunt gebruiken om de items voor lay-out te bewerken, maar ook de symbologie voor lagen overeenkomstig de status van de atlas. Combineren van deze objecten geeft u veel flexibiliteit en helpt u bij het gemakkelijk maken van geavanceerde kaarten.
Bekijk het paneel Genereer een atlas voor het maken van een atlas en toegang tot de parameters voor het maken ervan. Dit paneel bevat de volgende widgets (zie figure_layout_atlas):

Paneel Atlas¶
Genereer een atlas, die het maken van een atlas in- of uitschakelt;
Een combinatievak Bedekkingslaag
dat u in staat stelt de tabel- of vectorlaag te kiezen die de objecten bevat om de iteratie op uit te voeren.
Een optioneel
Verborgen bedekkingslaag dat, indien geselecteerd, de bedekkingslaag zal verbergen (maar niet de andere lagen) gedurende het maken.
Een optioneel combinatievak Paginanaam om een meer uitgesproken naam te geven aan elke objectpagina(‘s) bij de voorvertoning van de atlas. U kunt een attribuut van de bedekkingslaag kiezen of een expressie instellen. Als deze optie leeg is zal QGIS een intern ID gebruiken, overeenkomstig het filter en/of de sorteervolgorde die is toegepast op de laag;
Een optioneel tekstgebied Filter met dat u in staat stelt een expressie te bouwen voor het filteren van de objecten op de bedekkingslaag. Als de expressie niet leeg is, zullen alleen objecten die evalueren naar
True
worden verwerkt.Een optioneel
Sorteren op dat u in staat stelt de objecten van de bedekkingslaag te sorteren, met een veld van de bedekkingslaag of een expressie. De volgorde van sorteren (oplopend of aflopend) wordt ingesteld door een knop Sorteerrichting met twee statussen die een pijl naar boven of naar beneden weergeeft.
U heeft ook opties om de uitvoer van de atlas in te stellen:
Een tekstvak Expressie uitvoer bestandsnaam dat wordt gebruikt om een bestandsnaam te maken voor elke geometrie, indien nodig. Het is gebaseerd op expressies. Dit veld is alleen van betekenis voor het renderen van meerdere bestanden;
Een
Exporteren naar enkel bestand indien mogelijk dat u in staat stelt het maken van één enkel bestand te forceren als dat mogelijk is met de gekozen indeling voor de uitvoer (bijvoorbeeld PDF). Als dit veld is geselecteerd is de waarde van het veld Expressie uitvoer bestandsnaam zonder betekenis.
Een keuzelijst Indeling voor exporteren afbeelding om de indeling voor de uitvoer te selecteren bij het gebruiken van de knop
Atlas als afbeeldingen exporteren….
Kaart beheren door atlas¶
Het meest voorkomende gebruik van atlas is met het kaartitem, gezoomd naar het huidige object van de atlas, omdat het doorlopen over de bedekkingslaag gaat. Dit gedrag wordt ingesteld in de groep eigenschappen Beheerd door Atlas van het kaartitem. Bekijk Beheerd door atlas voor verschillende instellingen die u kunt toepassen op het kaartitem.
Labels aanpassen met een expressie¶
Teneinde labels aan te passen aan het object waar de Atlas overheen gaat, kunt u expressies opnemen. Waar u voor moet zorgen is om het gedeelte van de expressie (inclusief functies, velden of variabelen) tussen [%
en %]
te plaatsen (bekijk Het item Label voor meer details).
Voor bijvoorbeeld een stadslaag met de velden CITY_NAME en ZIPCODE, zou u dit kunnen invoegen:
The area of [% concat( upper(CITY_NAME), ',', ZIPCODE, ' is ',
format_number($area/1000000, 2) ) %] km2
of, een andere combinatie:
The area of [% upper(CITY_NAME)%],[%ZIPCODE%] is
[%format_number($area/1000000,2) %] km2
De informatie [% concat(upper(CITY_NAME), ‘,’ , ZIPCODE,’ is ‘ format_number($area/1000000, 2) %] is een expressie die gebruikt wordt binnen het label. Beide expressies zouden in de gemaakte atlas resulteren in:
The area of PARIS,75001 is 1.94 km2
Knoppen Data-bepaalde ‘override’ verkennen met atlas¶
Er zijn verscheidene plaatsen waar u een knop Data-bepaalde ‘override’ kunt gebruiken om de geselecteerde instelling te overstemmen. Deze opties zijn in het bijzonder handig bij het maken van een atlas. Bekijk Data-bepaalde ‘override’ instellen voor meer details over dit widget.
Voor de volgende voorbeelden wordt de laag Regions van de voorbeeld gegevensset van QGIS gebruikt en is geselecteerd als bedekkingslaag voor het maken van de atlas. We gaan er ook van uit dat het een lay-out is met één pagina die een kaart en een item label bevat.
Wanneer de hoogte (noord-zuid) van het bereik van een regio groter is dan zijn breedte (oost-west), wilt u liever de oriëntatie Staand gebruiken in plaats van Liggend om het gebruik van het papier te optimaliseren. Met een knop Data-bepaalde ‘override’ kunt u dynamisch de oriëntatie van het papier instellen.
Klik met rechts op de pagina en selecteer Pagina-eigenschappen om het paneel te openen. We willen de oriëntatie dynamisch instellen met een expressie afhankelijk van de geometrie van de regio, dus druk op de knop van het veld Oriëntatie, selecteer zodat het dialoogvenster Expressie-string bouwer opent en voer de volgende expressie in:
CASE WHEN bounds_width(@atlas_geometry) > bounds_height(@atlas_geometry)
THEN 'Landscape' ELSE 'Portrait' END
Als u nu een voorbeeld van de atlas bekijkt, oriënteert het papier zichzelf automatisch, maar plaatsing van de items zou niet ideaal kunnen zijn. Voor elke Region dient u de locatie van het item in lay-out ook opnieuw te positioneren. Voor het kaartitem kunt u de knop van het veld Breedte gebruiken om het dynamisch in te stellen met de volgende expressie:
@layout_pagewidth - 20
Gebruik op dezelfde wijze de knop van het eigenschap Hoogte om de volgende expressie in te voeren en de grootte van het kaartitem te beperken:
@layout_pageheight - 20
Stel het Referentiepunt in op de radioknop linksboven en voer 10
in voor de posities X en Y, om er voor te zorgen dat het kaartitem blijft gecentreerd op de pagina.
Laten we een titel boven de kaart in het midden van de pagina plaatsen. Selecteer het item Label en stel de horizontale uitlijning in op Centreren. Verplaats vervolgens het label naar de juiste positie en activeer vanuit Referentiepunt een van de middelste knoppen en voer de volgende expressie in in het veld X:
@layout_pagewidth / 2
Voor alle andere items van lay-out kunt u de positie op dezelfde manier instellen, zodat zij correct zijn gepositioneerd wanneer de pagina automatisch wordt gedraaid naar staand of liggend. U kunt nog meer verfijningen aanbrengen, zoals een titel aanpassen met attributen van een object (bekijk het voorbeeld Labels aanpassen met een expressie), bijwerken van afbeeldingen met objecten van atlas, grootte van de nummers van de kolommen van de legenda overeenkomstig de oriëntatie van de pagina…
De verschafte informatie is bijgewerkt naar het excellente blog (in het Engels en Portugees) over de opties voor Data Defined Override Multiple_format_map_series_using_QGIS_2.6 .
Dit is slechts één voorbeeld van hoe u enkele gevorderde instellingen kunt gebruiken met atlas.
Voorbeeld en maken van een atlas¶

Werkbalk Voorbeeld atlas¶
Als de instellingen voor de atlas zijn geconfigureerd en items van afdruklay-out (kaart, tabel, afbeelding…) zijn geselecteerd, kunt u een voorbeeld maken van alle pagina’s door te klikken op Voorbeeld Atlas. U kunt dan de pijlen op dezelfde werkbalk gebruiken om door alle objecten te navigeren.
U kunt ook het combinatievak gebruiken om een specifiek object direct te selecteren en als voorbeeld te bekijken. Het combinatievak geeft de naam van de objecten in atlas weer overeenkomstig de expressie die is ingesteld in de optie voor atlas Paginanaam.
Net als voor eenvoudige lay-outs, kan een Atlas op verschillende manieren worden gemaakt (bekijk Een uitvoer maken voor meer informatie). Gebruik, in plaats van het menu , liever gereedschappen uit het menu of de werkbalk Atlas.
Dit betekent dat u uw lay-outs direct kunt afdrukken met Exporteren naar enkel bestand indien mogelijk is geselecteerd). In dat geval zal u worden gevraagd een bestandsnaam in te voeren.
Met de gereedschappen Atlas of naar een SVG-bestand.
of , zult u ook worden gevraagd een map te selecteren. Elke pagina van elk object voor de lay-out van atlas wordt geëxporteerd naar een de indeling voor een afbeelding dat is ingesteld in het paneelTip
Een specifiek object van atlas afdrukken
Als u slechts één object van de lay-out van de atlas wilt afdrukken of exporteren, start dan het voorbeeld, selecteer het gewenste object in de keuzelijst en klik op
(of naar enige ondersteunde bestandsindeling).Projectgedefinieerde relaties gebruiken voor maken van Atlas¶
Voor gebruikers met kennis van HTML en Javascript is het mogelijk te werken op objecten van GeoJSON en projectgedefinieerde relaties uit het project van QGIS te gebruiken. Het verschil tussen deze benadering en het gebruiken van direct in de HTML ingevoegde expressies is dat het u een volledig, niet gestructureerd object voor GeoJSON geeft om mee te werken. Dat betekent dat u de bestaande bibliotheken voor Javascript en de functies die werken op weergaven van objecten van GeoJSON kunt gebruiken.
De volgende code bevat alle gerelateerde kindobjecten uit de gedefinieerde relatie. Met de functie van JavaScript setFeature
stelt het u in staat flexibele HTML te maken die relaties weergeeft in elke indeling die u wilt (lijsten, tabellen, etc). In het codevoorbeeld maken we een dynamische lijst met opsommingen van de gerelateerde kindobjecten.
// Declare the two HTML div elements we will use for the parent feature id
// and information about the children
<div id="parent"></div>
<div id="my_children"></div>
<script type="text/javascript">
function setFeature(feature)
{
// Show the parent feature's identifier (using its "ID" field)
document.getElementById('parent').innerHTML = feature.properties.ID;
//clear the existing relation contents
document.getElementById('my_children').innerHTML = '';
feature.properties.my_relation.forEach(function(child_feature) {
// for each related child feature, create a list element
// with the feature's name (using its "NAME" field)
var node = document.createElement("li");
node.appendChild(document.createTextNode(child_feature.NAME));
document.getElementById('my_children').appendChild(node);
});
}
</script>
Gedurende het maken van de Atlas zal er een doorloop gebeuren over de bedekkingslaag die de ouderobjecten bevat. Op elke pagina zult u een lijst met opsommingen zien van kindobjecten op identificatie van de ouder.