9. Kaarten produceren¶
Doelstellingen: |
Begrijpen van het maken van kaarten voor ruimtelijke gegevens |
|
Trefwoorden: |
Maken van kaarten, kaartlay-out, schaalbalk, Noordpijl, legenda, kaartgebied, kaarteenheid |
9.1. Overzicht¶
Het maken van kaarten is het proces van het schikken van kaartitems op een blad papier op een manier die, zelfs zonder veel woorden, de gemiddelde persoon kan begrijpen waar het allemaal over gaat. Kaarten worden gewoonlijk geproduceerd voor presentaties en rapporten waar het publiek of de lezer een politicus, burger of een student is zonder professionele achtergrond met GIS. Dit is de reden dat een kaart effectief moet zijn in het communiceren van ruimtelijke informatie. Algemene elementen voor een kaart zijn de titel, kaartbereik, legenda, Noordpijl, schaalbalk, gegevens van de auteur en kaartrand (zie Fig. 9.32).
Andere elementen die zouden kunnen worden toegevoegd zijn bijv. een streepverdeling, of naam van de kaartprojectie (CRS). Met elkaar helpen deze elementen de lezer van de kaart om de op de kaart weergegeven informatie te interpreteren. Het kaartbereik is, natuurlijk, het meest belangrijke deel van de kaart omdat het de informatie als kaart bevat. De andere elementen ondersteunen het communicatieproces en helpen de lezer van de kaart zichzelf te oriënteren en het onderwerp van de kaart te begrijpen. De titel, bijvoorbeeld, beschrijft het onderwerp en de legenda relateert symbolen op de kaart aan gegevens van de kaart.
9.2. Titel in detail¶
De titel van de kaart is heel belangrijk omdat het gewoonlijk het eerste is waarnaar een lezer op een kaart naar zal kijken. Het kan worden vergeleken met de kop in een krant. Hij moet kort zijn, maar de lezer een eerste idee geven waar de kaart over gaat.
9.3. Kaartrand in detail¶
De kaartrand is een lijn die exact de randen van het gebied, dat is weergegeven op de kaart, definieert. Bij het afdrukken van een kaart met een streepjesverdeling (die we verderop zullen beschrijven), vindt u vaak de informatie over de coördinaten van de lijnen van de streepjesverdeling langs de randlijnen, zoals u kunt zien in Fig. 9.33.
9.4. Legenda van de kaart in detail¶
Een kaart is een vereenvoudigde weergave van de echte wereld en kaartsymbolen worden gebruikt om echte objecten weer te geven. Zonder symbolen zouden we kaarten niet begrijpen. Een legenda wordt gebruikt om een sleutel te verschaffen voor alle gebruikte symbolen op een kaart om er voor te zorgen dat iemand een kaart juist kan lezen. Het is als een woordenboek dat u in staat stelt te begrijpen wat de betekenis is van wat de kaart weergeeft. Een legenda voor een kaart wordt gewoonlijk weergegeven als een klein vak in een hoek van de kaart. Het bevat pictogrammen, waarvan elk een type object vertegenwoordigt. Bijvoorbeeld: een pictogram huis zal u tonen hoe huizen zijn te identificeren op de kaart (zie Fig. 9.33).
U kunt ook verschillende symbolen en pictogrammen in uw legenda gebruiken om verschillende onderwerpen weer te geven. In Fig. 9.33 ziet u een kaart met een lichtblauw meer waarover gekleurde omtreklijnen en waargenomen hoogten om informatie weer te geven over het terrein in dat gebied. Aan de rechterkant ziet u hetzelfde gebied met het meer op de achtergrond maar deze kaart is ontworpen om toeristen de locaties van huizen te laten zien die zij kunnen huren voor hun vakantie. Het gebruikt lichtere kleuren, een pictogram huis en meer beschrijvende en uitnodigende woorden in de legenda.
9.5. Noordpijl in detail¶
Een Noordpijl (soms ook wel een kompasroos genoemd) is een afbeelding die de hoofdrichtingen aangeeft, Noord, Zuid, Oost en West. Op een kaart wordt hij gebruikt om de richting Noord aan te geven.
In GIS, bijvoorbeeld, betekent dit dat een huis dat is gelegen aan de noordzijde van een meer kan worden gevonden boven een meer op de kaart. De weg in het oosten zal dan rechts van het waterlichaam op de kaart liggen, een rivier in het zuiden zal onder het waterlichaam liggen en als u zoekt naar een treinstation aan de westzijde van het meer, zult u dat aan de linkerkant van de kaart vinden.
9.6. Schaal in detail¶
De schaal van een kaart is de waarde van één enkele afstandseenheid op de kaart, die de afstand in de echte wereld weergeeft. De waarden worden weergegeven in kaarteenheden (meters, voet of graden). De schaal kan op verschillende manieren worden uitgedrukt, bijvoorbeeld, in woorden, als een verhouding of als een grafische schaalbalk (zie Fig. 9.34).
Uitdrukken van een schaal in woorden is en veel gebruikte methode en heeft het voordeel dat hij door de meest gebruikers van kaarten eenvoudig begrepen wordt. U kunt een voorbeeld van een op woorden gebaseerde schaal bekijken in Fig. 9.34 (a). Een andere optie is de methode representatieve fractie (RF), waar zowel de afstand op de kaart als de afstand op de grond in de echte wereld in dezelfde kaarteenheden worden gegeven, als een verhouding. Bijvoorbeeld een RF-waarde van 1:25,000 betekent dat een afstand op de kaart 1/25,000*e* van de echte afstand op de grond is (zie Fig. 9.34 (b)). De waarde 25,000 in de verhouding wordt de schaalnoemer genoemd. Meer ervaren gebruikers prefereren de methode van de representatieve fractie, omdat die de kans op verwarring verkleint.
Wanneer een representatieve fractie een hele kleine verhouding weergeeft, bijvoorbeeld 1:1000 000, wordt het een kleine schaal kaart genoemd. Aan de andere kant, als de verhouding heel groot is, bijvoorbeeld een kaart 1:50 000, wordt het een grote schaal kaart genoemd. Het is handig om te onthouden dat een kleine schaal kaart een groot gebied bestrijkt en een grote schaal kaart een klein gebied!
Een schaaluitdrukking als een grafiek of schaalbalk is een andere basismethode van het weergeven van een schaal. Een schaalbalk geeft gemeten afstanden weer op de kaart. De equivalente afstand in de echte wereld wordt boven geplaatst zoals u kunt zien in Fig. 9.34 (c).
Kaarten worden gewoonlijk gemaakt in standaardschalen van, bijvoorbeeld 1:10 000, 1:25 000, 1:50 000, 1:100 000, 1:250 000, 1:500 000. Wat betekent dit voor de lezer van de kaart? Het betekent dat, als u de op de kaart gemeten afstand vermenigvuldigt met de schaalnoemer, u de afstand in de echte wereld weet.
Als we, bijvoorbeeld, een afstand van 100mm op een kaart met een schaal van 1:25.000 willen meten, berekenen we de afstand in de echte wereld op deze wijze:
100 mm x 25,000 = 2,500,000 mm
Dit betekent dat 100 mm op de kaart equivalent is aan 2.500.000 mm (2500 m) in de echte wereld.
Een ander interessant aspect van een schaal op een kaart is dat hoe lager de schaal van de kaart, hoe meer gedetailleerd de objectinformatie in de kaart zal zijn. In Fig. 9.35 kunt u hier een voorbeeld van zien. Beide kaarten zijn dezelfde grootte, maar hebben een verschillende schaal. De afbeelding links geeft meer details weer, bijvoorbeeld de huizen ten zuidwesten van het water kunnen duidelijk worden geïdentificeerd als afzonderlijke vierkanten. In de afbeelding rechts ziet u slechts een zwarte klontering van rechthoeken en u kunt niet elk huis duidelijk zien.
9.7. Bronvermelding in detail¶
In de bronvermelding van een kaart is het mogelijk tekst toe te voegen met belangrijke informatie. Bijvoorbeeld informatie over de kwaliteit van de gebruikte gegevens kan bruikbaar zijn om de lezer een idee te geven over hoe, door wie en wanneer een kaart werd gemaakt. Als u kijkt naar een topografische kaart van uw stad, zou het handig zijn te weten wanneer de kaart werd gemaakt en wie die maakte. Als de kaart al 50 jaar oud is, zult u waarschijnlijk veel huizen en wegen zien die inmiddels niet meer bestaan of zelfs misschien nooit hebben bestaan. Als u weet dat de map werd gemaakt door een officieel instituut, zou u contact met hen kunnen opnemen en vragen of zij een meer recente versie van die kaart hebben, met bijgewerkte informatie.
9.8. Raster in detail¶
Een raster is een netwerk van lijnen die over een kaart liggen om de ruimtelijke oriëntatie voor de lezer eenvoudiger te maken. De lijnen kunnen als verwijzing worden gebruikt. Als voorbeeld kunnen de lijnen van een raster de parallellen van de breedtegraden en de meridianen van de lengtegraden van de aarde weergeven. Wanneer u naar een speciaal gebied op een kaart wilt verwijzen gedurende uw presentatie of in een rapport, zou u kunnen zeggen: ‘de huizen nabij breedtegraad 26.04 / lengtegraad -32.11 staan vaak bloot aan overstromingen gedurende januari en februari’ (zie Fig. 9.36).
9.9. Naam van de projectie van de kaart in detail¶
Een kaartprojectie probeert de 3-dimensionale Aarde weer te geven met al zijn objecten zoals huizen, wegen of meren op een vlak blad papier. Dit is, zoals u zich kunt voorstellen, behoorlijk moeilijk en zelfs na honderden jaren is er nog geen enkele projectie die in staat is de Aarde perfect weer te geven voor enig gebied in de wereld. Elke projectie heeft voor- en nadelen.
Mensen hebben vele verschillende soorten projecties bestudeerd, aangepast en geproduceerd om in staat te zijn zo nauwkeurig mogelijke kaarten te maken. Uiteindelijk heeft bijna elk land zijn eigen kaartprojectie ontwikkeld, met de bedoeling om de nauwkeurigheid van de kaart voor hun territoriale gebied te verbeteren (zie Fig. 9.37).
Met dit in ons achterhoofd kunnen we nu begrijpen waarom het zin heeft de naam van de projectie op een kaart te vermelden. Het stelt de lezer snel in staat om te beoordelen of een kaart kan worden vergeleken met een andere. Bijvoorbeeld: objecten op een kaart in de zogenoemde Equal Area-projectie lijken heel verschillend van objecten die zijn geprojecteerd in een Cylindrical Equidistant-projectie (zie Fig. 9.37).
Projectie van kaarten is een heel complex onderwerp en we kunnen het hier niet volledig behandelen. U zou misschien eens willen kijken in ons vorige onderwerp: Coördinaten Referentie Systemen als u er meer over wilt weten.
9.10. Algemene problemen / dingen om te onthouden¶
Het is soms moeilijk om een kaart te maken die eenvoudig te begrijpen is en goed is opgemaakt, onderwijl nog steeds alle informatie die de lezer moet weten, weergevend en verklarend. U moet een ideale schikking en compositie van alle kaartitems maken om dit te bereiken. U zou zich moeten concentreren op welk verhaal u moet uw kaart wilt vertellen en hoe de items, zoals de legenda, schaalbalk en bronvermelding zouden moeten worden geordend. Door dit te doen zult u een goed ontworpen en leerzame kaart krijgen, die mensen graag bekijken en die ze zullen kunnen begrijpen.
9.11. Wat hebben we geleerd?¶
Laten we eens samenvatten wat we in dit onderdeel behandeld hebben:
Maken van kaarten betekent het schikken van kaartitems op een blad papier.
Kaartitems zijn de titel, kaartbereik, kaartrand, legenda, schaal, noordpijl en de bronvermelding.
Schaal geeft de verhouding weer van een afstand op de kaart tot de actuele afstand in de echte wereld.
Schaal wordt weergegeven in kaarteenheden (meters, voet of graden)
Een legenda verklaart alle symbolen op een kaart.
Een kaart zou complexe informatie zo eenvoudig mogelijk moeten verklaren.
Kaarten worden gewoonlijk weergegeven met ‘Noord boven’.
9.12. Nu zelf aan de slag!¶
Hier zijn enkele ideeën die u kunt gebruiken met uw leerlingen:
Laad enkele vectorlagen in uw GIS voor uw lokale gebied. Kijk of uw leerlingen voorbeelden van verschillende typen items van de legenda kunnen identificeren, zoals typen wegen of gebouwen. Maak een lijst van de items van de legenda en definieer hoe de pictogrammen eruit zouden moeten zien, zodat een lezer op de meest eenvoudige manier hun betekenis op de kaart kan vaststellen.
Maak met uw leerlingen een lay-out van een kaart op een blad papier. Bepaal in de titel van de kaart welke GIS-lagen u wilt weergeven en welke kleuren en pictogrammen er op de kaart komen. Gebruik de technieken die u heeft geleerd in de onderwerpen Vectorgegevens en Vector attributengegevens om de symbologie overeenkomstig aan te passen. Wanneer u een sjabloon heeft, open QGIS afdruklay-out en probeer een lay-out voor de kaart te schikken zoals gepland was.
9.13. Iets om over na te denken¶
Als u geen computer beschikbaar heeft, kunt u een willekeurige topografische kaart gebruiken en het ontwerp van de kaart bespreken met uw leerlingen. Probeer uit te vinden of zij begrijpen wat de kaart hen wil vertellen. Wat kan worden verbeterd? Hoe nauwkeurig geeft de kaart de geschiedenis van het gebied weer? Hoe zou een kaart van 100 jaar geleden verschillen van dezelfde kaart van nu?
9.14. Meer informatie¶
Boeken:
Chang, Kang-Tsung (2006). Introduction to Geographic Information Systems. 3rd Edition. McGraw Hill. ISBN: 0070658986
DeMers, Michael N. (2005). Fundamentals of Geographic Information Systems. 3rd Edition. Wiley. ISBN: 9814126195
Website: Scale (map)
De QGIS Gebruikershandleiding heeft ook meer gedetailleerde informatie over het maken van kaarten in QGIS.
9.15. Hoe verder?¶
In het volgende gedeelte zullen we vectoranalyse eens nader bekijken om te zien hoe we een GIS kunnen gebruiken voor meer dan het maken van goed uitziende kaarten.